24 Juli 1955 171 om dien persoon voor oneervol ontslag voor te dragen, vraagt Spieker. De Voorzitter zegt van wel, indien zulks vaststaat. De heer Mulder vraagt voorts of door B. en W. onderzocht is dat werkelijk een bedrag van ƒ.48.500,= aan arbeidsloon ten behoeve van het natuurbad is uitbetaald. De heer Grootewal geeft hierop een antwoord. Toen de Com missie met haar onderzoek bezig was, bleek dat uit de loonsta- ten niet was na te gaan of in werkelijkheid al die loonen be- hooren te drukken op den aanleg van het natuurbad. Zulks was niet te onderzoeken, en is achteraf niet na te gaan. Misschien zullen er wel loonen uitbetaald zijn, die behoorden te drukken op andere werken. De Commissie heeft wel gemerkt dat het loon voor het grondwerk werd uitbetaald per MjJ grondverzet, en dat nooit nauwkeurige opmetingen werden gedaan. Er werd gezegd wat een arbeider ongeveer per week moest verdienen, en daarnaar werd een aantal UJ> grondverzet ingevuld. De Commissie kwam tot een inhoud van het bassin van 14000 M5, terwijl de inhoud vol gens de uitgekeerde loonen 22000 M) zou moeten zijn. Aangezien meer grondverzet werd opgegeven dan in werkelijkheid was verzet, ontstond verschil in de inhoudsopgave. De heer Gasille zegt dat de Directeur geen nadere specifi catie omtrent de loonen kan opgeven, daar er geen dagboek was. De heer Mulder zegt dat er dus onjuiste gegevens zijn ver strekt De heer Grootewal zegt dat hier de dienst Openbare Werken direete schuld treft. Wethouder van Klooster zegt dat het opzicht was verdeeld. De juiste verantwoordelijkheid was dus moeilijk vast te stellen. De heer Mulder zegt dat er dus aantallen H3 grond niet zijn verzet, waarvoor wel betaald is. De heer Gasille merkt op dat de opzichter wel elke week het grondverzet heeft opgemeten en de gegevens aan Openbare Wer ken verstrekte. De heer Mulder meent dat het dus lang niet zeker is dat een groot gedeelte van het bedrag van y.48.000,= aan loonen thuis behoort op den aanleg van het natuurbad, doch wel op de wegen aanleg op het Hart. Indien het laatste het geval is, zijn B. en dan niet van meening dat de Burgemeester als belast met de leiding van de afdeeling Financiën in erge mate zijn plicht heeft verzaakt om daarover contröle te doen uitoefenen? Spreker wijst op het groote bedrag, hetwelk te veel aan loonen is uit gegeven. De Voorzitter zegt dat de leiding bij Openbare Werken was, en dat Wethouder van Duren belast was met de leiding van "Fi nanciën". Spreker is in Juni ziek geworden en hem kan omtrent het daarna voorgevallene bij het natuurbad niets verweten wor den. De heer Gasille zegt dat de natuurbad-aangelegenheden later zijn overgegaan naar den heer van Duren. De Voorzitter zegt dat men niet mag verlangen dat de leden van het College van B. en W. opzichters zijn. Zij moeten kunnen afgaan op de voorlichting van de ambtenaren. De heer Grootewal merkt op dat op blz. b van het rapport der Commissie de oorzaken vermeld zijn van de .crediat-overschrij- ding. De heer Mulder vraagt of, toen B. en W. de crediet-over-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 342