24 Juli 1955 179.
Hummel als compensatie tegen een onvocrwaardelijken afstand
van een bouwpremie aan de gemeente.
Gedeputeerde Staten geven bij schrijven van 25 Juni j.1.
in overweging bovenbedoeld raadsbesluit in te trekken, zulks
ter voorkoming van onthouding van goedkeuring aan dit raadsbe
sluit. Aangezien B* en V/zich met de door Gedeputeerde Staten
naar voren gebrachte bezwaren kunnen vereenigen, stellen zij
voor tot intrekking van voormeld besluit over te gaan.
De Voorzitter deelt mede, dat de meerderheid der Einanci-
eele Commissie zich niet met dit voorstel kan vereenigen. Zij
geeft B. en W. in overweging terzake aan Gedeputeerde Staten
een onderhoud aan te vragen en bij dit onderhoud de motieven,
waarop het raadsbesluit steunt, nader uiteen te zetten, en Ge
deputeerde Staten te verzoeken het raadsbesluit alsnog goed te
keuren. Spreker zegt dat B. en V. zich hiermede kunnen vereeni
gen en voorstellen aldus te besluiten.
De heer Mulder merkt op dat B. en W. den vorigen keer hun
voorstel warm hadden aanbevolen en dat zij het nu eerst weer
met Gedeputeerde Staten eens waren en daarna hun standpunt
weer veranderen. Spreker noemt dit een eigenaardige houding.
De Voorzitter wijst er op dat de Einancieele Commissie
B. en Wheeft uitgenoodigd deze zaak met Gedeputeerde Staten
te bespreken.
De heer Grootewal zegt dat de Raad te dezer zake op 20 Mei
1955 een besluit heeft genomen en wel op grond van billijkheids
overwegingen. Men dient Gedeputeerde Staten aldus te overtuigen
De heer Mulder zegt dat de Raad wel wat verplicht is te
genover van Hummel, aangezien de heer Endendijk in de raadsver
gadering van 20 Mei j.1. pertinent heeft verklaart, dat des
tijds aan van Hummel toezeggingen zijn gedaan. Spreker wil de
zaak echter op een andere wijze oplossen door van Hummel terug
te doen gaan naar de bewuste woning en hem dan over het tijd
vak van eén jaar, gedurende hetwelk hij tot een hooger bedrag
een woning gehuurd heeft, het verschil in huur uil billijkheide
overweging te vergoeden.
De Voorzitter zegt dat het hem onbegrijpelijk is dat B.
en W. zich destijds op voorstel van een van zijn voorgangers
hebben verbonden om van Hummel steeds in het huis te laten wo
nen voor ƒ.4,per week, zoodat van Ruipiel practisch niet door
den Burgemeester kon worden overgeplaatst.
De heer Endendijk wil den Burgemeester gelegenheid geven
om uit te zien naar een oplossing.
Hierna wordt het voorstel van de Einancieele Commissie,
overgenomen door B. en VJ., zonder hoofdelijke stemming aange
nomen, met aanteekening dat de heeren Gasille, Mulder en Stro
band er tegen zijn.
119. PENSIOEHEH. (4e Afd. Ho.2108).
Voorstel om afwijzend te beschikken op het adres van den
Nederlandschen bond van Gepensionneerden te Amsterdam inzake
toekenning toeslag op pensioenen van oud-gemeente-ambtenaren.
B. en W. deelen bij schrijven dd. 25 Juni 1955, no.2108
mede dat de verlaging en intrekking van toeslagen op pensioe
nen van oud-gemeente-ambtenaren behoorde tot een complex an
maatregelen om de begrooting 1955 sluitend te maken. Het komt
B. en W. voor dat niet dan zonder ernstige redenen op één de
zer maatregelen mag worden teruggekomen. Deze ernstige redenen
achten zij hier niet aanwezig te zijn. In verband daarmede ad-
viseeren