29 Juli 19^5 191. De aannemer wist dit alles zeer goed, hij kon verwachten dat hij de zaak op de spits drijvende, finantieel voordeel zou hebben. Hij bewees echter een ruimere blik te hebben en, wetende dat zijnerzijds fouten gemaakt waren, stelde hij, terwille van zijn reputatie, er veel prijs op dat de zaak in der minne ge schikt zou worden. Daarom nam hij na breedvoerige besprekingen genoegen met ons voorstel de posten meer- en minderwerk tegen elkaar te doen wegvallen. Aldus werd voor beide partijen een gunstig resultaat be reikt Indien de gemeente hierop thans zou willen terugkomen, nu de aannemer de afspraken ten volle heeft nageleefd zou zij een daad doen die haar niet alleen in een kostbaar en bij voorbaat verloren proces zou wikkelen, doch die naar mijn overtuiging ook moreel niet te verdedigen zou zijn. Thans nog napraten over hetgeen bij dit werk is voorge vallen kan geen enkel nut hebben; zooals ik reeds schreef zijn de consequenties getroffen: Uw dienst is gereorganiseerd en de weg is goed gemaakt. Uw. College veroorlove mij tenslotte de meening uit te spreken dat zulk napraten slechts één gevolg kan hebben: het brengt nieuwe onrust. En onrust is nu juist datgene wat Uw ge reorganiseerde dienst van gemeentewerken niet behoeft. Die dienst heeft integendeel een rustige sfeer noodig om zich in te werken en om zijn personeel gelegenheid te geven het zelf vertrouwen te herwinnen, dat het voor de uitvoering van zijn taak zoo zeer van noode heeft." De heer hooder meent dat dit rapport, hoewel zeer tactisch opgezet, vernietigend is voor B. en W. De heer Gasille zegt dat uit het rapport blijkt dat het toezicht veel te wenschen heeft overgelaten, waarvan de aanne mer geprofiteerd heeft. Dit rapport is voor B.en W. niet aange naam. Ze zijn van tevoren door een raadslid gewaarschuwd en hadden tijdig verbetering moeten aanbrengen in het toezicht. Op het optreden van den toenmaligen Directeur van Openbare Wer ken is niet voldoende gelet, en een en ander heeft een slech ten naam aan de gemeente bezorgd. Het blijkt hier al weer dui delijk dat men goede krachten moet hebben; door onvoldoende toezicht is een schandaal in de gemeente verwekt, terwijl de gemeente voor hooge kosten is komen te staan. B. en W. dienen in de toekomst op hun qui vive te zijn. De heer Grootewal onderschrijft het gezegde van den heer Gasille volkomen. De dienst van Openbare Werken heeft buiten gewoon slecht gefunctionneerd. B. en W. gaan echter ook niet geheel vrij uit, doch het was voor dit College met den toenma ligen dienst van Openbare Werken ook onmogelijk om zijn taak naar behooren te vervullen. Spreker hoopt dat nu een gunstige verandering in dezen dienst zal plaats hebben door de aanstel ling van een nieuwe eenhoofdige leiding. Voor den tegenwoordi- gen Directeur is het echter vanwege zijn tijdelijke aanstel ling buitengewoon moeilijk om uit een objectief oogpunt beke ken veranderingen bij den dienst aan te brengen* De Directeur kan zich thans niet voldoende ontplooien; hij is nog afhanke lijk van zijn personeel, mede door zijn tijdelijke aanstelling. Spreker wil B. en W. in overweging geven in het belang der ge meente met voorstellen te komen om de tijdelijke aanstelling van den Directeur niet te lang te doen zijn, en deze mitsdien spoedig te doen vervangen door een vaste aanstelling. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 382