£1.1
29 Juli 1935 200v
ƒ.1.000,*,. teneinde eenige losse arbeidskrachten te kunnen aan
nemen. Een besluit tot begrotingswijziging wordt in verband
hiermede ter vaststelling aangeboden.
Dè heer Mulder acht de motiveering van het voorstel van
B. en W. niet geheel juist. Van den oorspronkelijken begroo-
tingspost is meer afgetrokken dan thans gevraagd wordt. Boven
dien moet niet uit het oog worden verloren dat er thans geen
hulp is van door Maatschappelijk Hulpbetoon tewerkgestelden.
Spreker zegt voorts dat hij de voorgestelde uitgaaf niet noodig
acht, en dat men ontzettend voorzichtig zal moeten zijn daar,
wanneer de Kroon niet gunstig beschikt op het ingestelde beroep
inzake de begrooting, een groote post aangezuiverd zal moeten
worden.
De Voorzitter zegt dat de Minister van ü'inanciën aan de
Inspectie der Directe Belastingen last heeft gegeven om ten ko-
hiere te brengen 75 in plaats van 55 opcenten op de hoofdsom
der Gemeentefondsbelasting.
De heer Mulder begrijpt niet dat die opoenten geheven kun
nen worden.
De heer Endendijk wijst op de noodzakelijkheid van het
goed onderhouden van plantsoenen en bermen. In dit verband ves
tigt Spreker de aandacht op den verwaarloosden toestand aan de
Beethovenlaan langs de spoorlijn.
De heer van Duren wil trachten de zaak in orde te brengen
met de menschen, die er thans zijn.
Wethouder van Klooster vestigt er de aandacht op dat deze
crediet-aanvrage is gekomen van den Directeur van Gemeentewer
ken, die eerst een crediet noodig achtte van ƒ.4.000,*, hetgeen
na gepleegd overleg is teruggebracht tot op ƒ.1.500,*. Spreker
wijst er voorts nog op, dat de menschen, die vroeger door Maat
schappelijk Hulpbetoon tewerkgesteld werden, nu uitgeschakeld
zijn.
De heer Grootewal kan zich met de crediet-aanvrage vereenifj'
gen, mits de werkzaamheden niet worden verricht door losse of
vaste menschen, doch dat het rouleeringsstelsel wordt toege
past, zoodat dan een andere groep van menschen zoo nu en dan
eens in de gelegenheid wordt gesteld een behoorlijk loon te
verdienen. Zulks beteekent een ontlasting voor Maatschappelijk
Hulpbetoon en de Steunverleening.
De heer Gasille sluit zich aan bij het gezegde van de hee-
ren van Duren en Mulder. De plantsoenen, welke hier in groot
getal aanwezig zijn, moeten als een luxe beschouwd worden. Een
zuinig beheer is noodzakelijk.
De heer Mulder wijst er nog op dat één man te Soesterberg
al het noodige werk verricht, terwijl in Soest 12 menschen
zijn, die het werk wel af kunnen.
De heer de Bies merkt op dat ook te Soesterberg de plant
soentjes in orde werden gemaakt door menschen, die door Maat
schappelijk Hulpbetoon tewerk werden gesteld. Spreker wijst op
de noodzakelijkheid om de plantsoentjes goed te onderhouden,
daar de aanwezigheid van plantsoentjes in deze gemeente wel
noodig is.
Ha eenige discussie wordt tenslotte het voorstel van B. en
W. aangenomen met 9 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren
Mulder, Gasille, van Luren en Lodeesen.
COMPTABILITEIT. WEGEB (1e Afd. D0.25O8 en 4e Afd. Ho.21/419).
Crediet-aanvrage voor opmeting enz. ten behoeve van de
verbreeding van den Rijksweg te Soest.