September 19552j50. een beschuldiging is geuit tegen A.R.leden. Spreker wil even opmerken dat hem absoluut niets bekend is omtrent hetgeen door den heer Kooder in het midden is gebracht. Spreker weet van geen woord. De heer Rooder zegt dat de heer van klooster dan maar eens op de vlakte moet komen. Hierna wordt overgegaan tot de wethoudersverkiezing. De heeren de Bruijn en Hornsveld worden door den Voor zitter tot stemopnemers aangewezen. Perste vacature. Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan 6 op den heer de Bruijn, 6 op den heer Hilhorst, en op den heer Thijssen, zoodat niemand de volstrekte meerder heid heeft verkregen en een tweede vrije stemming moet ge schieden. De uitslag dezer stemming is dat zijn uitge bracht 15 stemmen, waarvan 8 op den heer de Bruijn, 6 op den heer Hilhorst en 1 op den heer ïhijssen, zoodat de heer D.A.de Bruijn tot wethouder gekozen is. De heer de Bruijn zegt dat hij de aanvaarding dezer benoeming even in beraad wenscht te houden. Tweede vacature. Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan 8 op den heer Doörman en 7 op den heer Rooder, zoodat de heer W.H.C.Doorman tot wethouder gekozen is. De heeren Doorman en de Bruijn deelen hierna mede dat zij hunne benoeming aannemen. AFDEELIBGER Vervolgens wordt overgegaan tot verdeeling door lo ting van den Raad in twee afdeelingen. Ba trekking blijkt dat tot de eerste afdeeling zullen behooren de heeren Zijlstra, van de Ven, van den Berg, Hilhorst, Rooder, Thijssen en Gasille, en tot de tweede afdeeling de heeren Endendijk, Hom, van Klooster, Horns veld, de Bies en van Breukelen. Voorzitter der eerste af deeling zal zijn Wethouder Doorman en Voorzitter der twee de afdeeling wethouder de Bruijn. De vergadering wordt hierna te uur door den Voor zitter gesloten. Vastgesteld in de openbarevergadaring van den Raad der gemeente Soest dd.26 September 1935. DE SECRETARIS, DE VCGRZITTER,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 460