30 October 1935 268.
W. Volgens de nader vastgestelde redactie zijn de bergplaatsen
verboden, welke vanaf den openbareh weg zichtbaar zijn. Een ab
soluut verbod om deze inrichtingen in de bebouwde kom uit te
vaardigen, is een gevaarlijk experiment.
De heer Gasille is van oordeel dat aan het voorgestelde
artikel een gevaarlijke interpretatie kan worden gegeven. Op
besloten ruimten in de bebouwde kom, dus midden in het dorp,
zou dan nu een dergelijke inrichting kunnen komen, hetgeen
zeer ongewenscht zou zijn. Een absoluut verbod voor de kom is
zeer gewenscht.
De Voorzitter zegt dat het de bedoeling is deze inrichtin
gen tegen te gaan indien zij zichobaar zijn vanaf den openba
ren weg tui de aanwezigheid daarvan uit een oogpunt van lande
lijk schoon niet gewenscht is.
Wethouder de Bruijn, die onlangs een algemeene vergadering
van de Hinderwetvereeniging te Tilburg heeft bijgewoond, zegt
aldaar vernomen te hebben dat er een arrest van den Hoogen Raad
is, volgens hetwelk op deze inrichtingen een artikel der Hin
derwet van toepassing is. Spreker zal dit arrest ter Kennis van
den Voorzitter brengen.
De heer Hom wijst er op dat in de vergadering der Commis
sie Strafverordeningen nadrukkelijk besloten is deze inrichtin
gen in de bebouwde kom te verbieden.
De Voorzitter zegt dat hij gemeend heeft het meest aan
vaardbare naar voren te moeten brengen. Spreker heeft echter
geen bezwaar om de vaststelling van het voorgestelde artikel
aan te houden, zulks in verband met de mededeeling van Wethou
der de Bruijn.
Aldus wordt besloten.
De Voorzitter stelt hierna voor in het nieuw voorgestelde
lid van art.49 der Algemeene Politieverordening achter het
woord "muzieknummer" te lezen de woorden "of het ten gehoore
brengen van eenig zangnummer".
De heer Thijssen verzoekt als gevolg hiervan in plaats
van de woorden "van een concert" te lezen het woord "hiervan".
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit lid aldus vastge
steld, nadat de heer Rooder nog heeft gevraagd of men geen
flater slaat met die bepaling, waarop de Voorzitter een ont
kennend antwoord heeft gegeven.
EIGENDOMMEN. (1e afd.no.4056)
Adres van G.Bleeksma, pachter van het parkeerterrein te
Soesterberg, verzoekende hem een bedrag van /.100,= terug te
betalen van de betaalde pachtsom, met voorstel van B. en W,
üp grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 17 Oc
tober 1935, no.4056 achten B. en W. geen termen aanwezig om
een vermindering van de pachtsom toe te staan en zijn zij van
oordeel, dat de pachter de gevolgen van zijn inschrijving zelf
heeft te dragen. Zij stellen mitsdien voor op het verzoek af
wijzend te beschikken.
De heer Rooder merkt op dat zij, die inschrijven in den
regel geen geld hebben, waarvan het gevolg is dat de borgen
meestal het loodje moeten leggen. Raar aanleiding van de op
merking van B. en W. dat adressant door middel van een op het
terrein geplaatst bord, in strijd met de verpachtingsvoorwaar-
den, bekend heeft doen maken, dat de autobussen aldaar Vrij
konden parkeeren, zegt Spreker dat hier een overeenkomst was
aangegaan tusschcu den betrokkene en den eigenaar van het
"Soesterdal"