20 November 1935 290. dat de grondgedachte van het plan van den heer van Nes ook in dit plan is opgenomen, zal hij er vóór stemmen. Spreker wil in de eerste plaats een woord van waardeering uitspreken voor het werk van den heer van Nes met betrekking tot diens plan, en in de tweede plaats aan het personeel van Gemeentewerkendat het thans vastgestelde plan op serieuze manier heeft afgewerkt. Spreker heeft ervan verbaasd gestaan dat al dit werk door Ge meentewerken, ook de weerlegging der talrijke bezwaren, in zoo'n kort tijdsbestek is verricht. De Voorzitter zegt dat hij deze woorden van waardeering aan Gemeentewerken zal overbrengen en constateert dat het plan nu is aangenomen. De heer van Klooster verlangt stemming over het geheele plan, evenals de heer Hilhorst. Het geheele plan wordt hierna in stemming gebracht en aan genomen met 11 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Horns- veld, van Klooster, Hilhorst en van den Berg. De heer fhijssen wenscht ook zijn dank te betuigen aan den heer van Nes. Voorts wil Spreker een woord van hulde bren gen aan B. en W. voor het nu bereikte resultaat en verder een kleine dankbetuiging aan den heer van Noesel voor diens demon stratie van het plan. De heer van Noesel heeft een duidelijke en uitvoerige toelichting gegeven. Oorspronkelijk was Spreker tegen het plan, doch na deze duidelijke uiteenzetting is Spre ker tot de conclusie gekomen, dat het een weldaad voor de ge meente zou zijn wanneer dit plan tot stand komt. 231. COMPTABILITEIT (4e Afd.No36OO/1525 Voorstel tot voorziening in de gevolgen van het K.B. van 11 October 1935, No.35 inzake onthouding goedkeuring begrooting 1955, n.1 a- verhooging aantal opcenten fondsbelasting tot 75- b. opnieuw vaststelling van: 1. gemeente-, gasbedrijfs- en wegenfondsbegrooting 1935- 2- van de daarin door den Raad aangebrachte wijzigingen. De Voorzitter deelt mede dat de begrooting 1935 nog steeds niet door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd en dat dit Colle ge zich op het standpunt stelt dat er geen begrooting voor 1935 is. De verschillende besluiten tot begrootingswijziging, genomen in de laatste vergaderingen, moeten opnieuw vastgesteld worden, terwijl ook de geheele begrooting 1935 opnieuw vastge steld moet worden, met inachtneming van de door Gedeputeerde Staten gewenschte wijzigingen. Dit College heeft ons vergast op een schrijven, hetwelk Spreker gisteravond om 11 uur ont vangen heeft. Gedeputeerde Staten deelen mede dat zij onaange naam getroffen zijn omdat niet voldaan is aan hun verzoek van 22 October j«l« volgens hetwelk spoedig een nieuwe begrooting voor 1935 moest worden vastgesteld, daarbij rekening houdende met het K.B. van 11 Oct1935 en waarbij tegelijkertijd een nieuwe verordening tot heffing van opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting tot stand zou moeten komen. Zij waren van meening dat er voldoende tijd was om deze aangelegenheid voor te bereiden voor de raadsvergadering van J>Q October j.1. Zij wijzen er op dat inmiddels uitgaven zijn gedaan zonder dat zij daarvoor machtiging hebben verleend, zoodat zij B. en W. daarvoor verantwoordelijk stellen. Wanneer de Raad mocht weige ren in deze vergadering een nieuwe begrooting voor 1935 vast te stellen, dan verzoeken zij overeenkomstig art.151, 2e lid in

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 582