20 .November 1935 292. Zaken blijkbaar niet in strijd is met de gemeentelijke autono mie, hetgeen Spreker echter niet kan begrijpen. De Raad heeft in dit geval alleen maar te aanvaarden. De heer Nooder acht hetgeen thans den Raad passeert, van zeer ernstigen aard. Spreker protesteert tegen den ongehoorden toestand, want door dit systeem van toepassing wordt de gemeen te door de regeering in den put gebracht, Er is thans een re serve, welke ontstaan is door teveel belastingheffing, en van die reserve mocht niets gebruikt worden, doen men eischt nu weer opnieuw een brandschatting van de inwoners. Het is wel uitstel van executie, want het zal moeilijk zijn om de begroo ting voor het volgend jaar sluitend te krijgen. Aangezien hier 20 jaar geleden vrijwel geen belasting werd betaald, en thans de begrooting belangrijke tekorten aanwijst, moet er volgens Spreker een lek zijn, waarover Spreker thans maar zal zwijgen. De manier van handelen van Gedeputeerde Szatem en van de Kroon is niet ten voordeele der gemeente. Zeer veel inwoners, waar onder ook de zakenmenschenkunnen niet meer aan hunne verplich ting ten aanzien van belastingbetaling voldoen, üm hoogerhand geen kans te geven de zelfstandigheid der gemeente te ontnemen, zal Spreker onder protest voorstemmen. De heer Endendijk brengt in herinnering dat hij in de vo rige vergadering reeds heeft gezegd dat men het hoofd in den schoot moest leggen. Het stond al voor Spreker vast dat Gede puteerde Staten zich tegen het besluit van den Raad zouden ver zetten. Niemand zal belastingverhooging begeeren, maar er is niet aan te ontkomen. De heer Nooder vraagt of men dus uit de reserve mag put ten indien het raadsbesluit tot heffing van 75 opcenten op de gemeentefondsbelasting aangenomen is. De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend. De heer Nooder vraagt vervolgens hoe het staat met de plaatsing der gemeente in de vierde klasse voor de Personeele Belasting. De Voorzitter zegt dat het desbetreffende raadsbesluit ter goedkeuring is doorgezonden, en dat nog geen antwoord ont vangen is. Wethouder Gasille wil er nog even op wijzen dat het in hoofdzaak te wijten is aan de overschrijding van de subsidie van Maatschappelijk Hulpbetoon dat de Raad zwak staat in zijn argumenten. De Raad is nu verplicht toe te geven. De heer Hilhorst zegt dat hij teleurgesteld is door dit voorstel. Tijdens de verkiezingen werd gezegd dat de belastin gen omlaag moesten, en nu gaat men ze zelfs nog verhoogen. Het publiek zou deze belastingverhooging maar weer moeten slikken, en daar is Spreker tegen omdat de inwoners al teveel belast worden. Spreker wil niet toegeven aan den wensch van Gedeputeer de Staten. De heer van Klooster wijst er op dat hij in de vorige ver gadering reeds heeft gezegd dat de Raad voor een moeilijke be slissing stond. Naar Sprekers meening is het voor een ieder duidelijk, dat aan de eischen van Gedeputeerde btaten niet te ontkomen is De Voorzitter wil er even de aandacht op vestigen, dat de belastingverhooging het gevolg is van de maatregelen, welke door de regeering genomen zijn. en dat deze dus niet het gevolg is van de een of and.oio manier van huishouden der gemeente, zooals

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 586