16 December 1935 3^4.
wil er tenslotte nog op wijzen dat de tegenwoordige crisis niet
te vergelijken is bij het verleden. We moeten deze crisis door
maken en trachten de gemeente door een economische wijze van
handelen door de woeste baren te laveeren, waarvoor de hulp
van den Raad noodig is.
Wethouder Gasille zegt dat de salarisregeling door veel
leden verkeerd wordt begrepen. De Minister verlangt een defi
nitieve korting van 5 i°% zoodat een tijdelijke korting niet mo
gelijk is. Wanneer men eens in de Maatschappij rondkijkt, dan
is er alle aanleiding om de salarissen te verlagen. De gemeen
te Soest betaalt ƒ.130.000,= aan salarissen, hetgeen veel te
veel is. Aan salarissen bij Openbare Werken wordt iets minder
dan ƒ.40.000,= uitbetaald. De arbeiders worden eigenlijk niet
gekort op hun loon. De loonen gaan wel met ƒ.2,per week naar
beneden, doch daarvoor treedt de kindertoeslag vanaf het eerste
kind in de plaats, zoodat de meeste loonen der werklieden geen
verandering zullen ondergaan. Op de salarissen van het overige
personeel wordt volgens de voorstellen definitief 5 1° gekort.
Ongehuwden zullen gelijkgesteld worden met gehuwden zonder kinde
ren. Voor de betrokkenen is de salarisverlaging wel niet aange
naam, doch de Raad heeft de zaak uitsluitend te bezien als ge
meentebelang, en dan eischt het gemeentebelang dat de verlaging
tot stand komt.
De heer Wooder wil den heer van Klooster opmerken, dat hij
den persoon van den heer Mulder buiten beschouwing heeft gela
ten. Alleen heeft Spreker zijn spijt betuigd dat de heer Mul
der uit den Raad is gegaan. Daar aanleiding van de aantijgingen
van den heer van Klooster tegenover den heer Mulder, wil Spre
ker even opmerken, dat het zeer gemakkelijk is iemand aan te
vallen, die afwezig is. De heer van Klooster zal echter zijn
beschuldigingen in het openbaar waar behooren te maken. Spre
ker zegt voorts dat hij een reorganisatie wil bij afdeeling II,
en bij de diensten Gemeentewerken en Gasbedrijf, doch dat het
niet zijn bedoeling is om de menschen op straat te zetten. De
toestand moet gezond gemaakt worden, en op overtollig perso
neel dient de wachtgeldregeling van toepassing verklaard te
worden. Spreker vindt het belachelijk dat zoo'n groot corps
ambtenaren noodig is om de administratie op peil te houden.
Naar aanleiding van het door den heer Hom gezegde, merkt Spre
ker op dat het steeds tot de gewoonte behoort om bij de alge
meens beschouwingen der gemeentebegrooting wat te zeggen om
trent de machtsverhoudingen in den Raad, en door welke omstan
digheden die verhoudingen zijn ontstaan. De kwesties woning
bouw, Openbare vt/erken en financieele toestand der gemeente zijn
geen dingen van de laatste dagen en Spreker vraagt zich af
waarom niet eerder is ingegrepen. Br moet bezuinigd worden, en
het was al lang te voorzien dat het mis zou loopen. Spreker
wijst vervolgens op het Werkfonds der regeering en zou gaarne
vernemen waarom de gemeente geen gebruik heeft gemaakt van dat
fonds. Wanneer men twee jaar geleden de plannen tot rioleering
voor de geheele gemeente had bekeken, dan had de gemeente nu
die plannen met steun van dit fonds kunnen uitvoeren. De kwes
tie van de Woningbouwvereenigingen heeft men maar laten bakken.
Spreker zegt vervolgens dat de eerste afdeeling van den Raad
geen monnikenwerk heeft verricht, doch dat zij op de juiste ma
nier de zaken van alle kanten heeft belicht, ne Burgemeester
heeft wel verschillende toezeggingen gedaan met betrekking tot