16 December 1935 307 houden is met de financiën van het land, en men moet alles ver mijden om de begrooting, ook die van het Dijk, te verzwaren. Spreker deelt den heer Thijssen mede dat de verslagen van de beide afdeelingen aan de plaatselijke bladen gezonden zijn. De heer van Klooster zegt ook alle respect voor den heer Konings te hebben. De heer konings zal nu weer normaal zijn, doch het is bij de meeste personen wel bekend dat de heer Ko nings, toen hij aftrad als Commissaris van Politie te Hilver sum, totaal in de war was. De heer konings heeft dit zelf aan Spreker medegedeeld. Zijn geheugen liet hem toen soms in den steek, en hij had een geestelijke stoornis van tijdelijken aard. Men moet dus wel voorzichtig zijn met herinneringen uit dien tijd. De heer Hom merkt op dat de heer Hoeder heeft gezegd dat bij de algemeene beschouwingen de politieke verhoudingen behoo- ren te worden besproken, doch Spreker zou liever met die sleur willen breken. Zoo heeft de heer Thijssen 30 minuten gesproken, waarvan hij slechts 8 minuten over de begrooting heeft gespro ken, en de rest voor de tribune. De heer Thijssen, die eerst geprobeerd heeft door middel van "Algemeen Belang" in den Raad te komen en die zich later bij de K.D.P. heeft aangesloten, moet deze zaken niet ter sprake brengen. De Voorzitter drukt er zijn spijt over uit dat het per soonlijk element naar voren is gekomen. Een reorganisatie is wel gemakkelijk, doch dan zal de wachtgeldregeling in toepas sing gebracht moeten worden. Als er ambtenaren moeten afvloeien, is het de vraag welke ambtenaren moeten afvloeien. Het is een groot probleem, en toepassing van de wachtgeldregeling kan een strop voor de gemeente zijn, zoodat het soms voordeeliger is geen verandering in den toestand aan te brengen. Bij de re organisatie zal in de eerste plaats de bekwaamheid aan de orde moeten komen, en het staat toch vast dat B.en W. beter over de bekwaamheid van een ambtenaar kunnen oordeelen dan een raadslid. Het spijt Spreker dan ook dat namen van personen zijn genoemd. Het eerste ontwerp tot wijziging der salarisre geling was een zeer goed ontwerp, want volgens dat ontwerp konden de ambtenaren naar bekwaamheid ingedeeld worden. Men sehen die bekwaam zijn, moeten vooruit kunnen komen. B.en W. hebben nu niet die bevoegdheid, welke zij gekregen zouden heb* ben bij aanneming van het eerste ontwerp. Het Georganiseerd Over leg heeft dit niet begrepen. Men moet deze aangelegenheden za kelijk bekijken. Het gaat thans niet om personen, want de in deeling behoort tot B.en W. De heer kooder zegt dat het hem voorkomt dat de Voorzit ter ook niet steeds de zaken losmaakt van de personen. Spre ker meent dat het bij den Voorzitter altijd een kwestie van personen is geweest. Voorts zegt Spreker dat men thans de dupe ondervindt van het oude regime. Indertijd zijn er ambtenaren aangenomen, waaraan men thans vastzit. Spreker is voor een za kelijke behandeling en als de toestand xiek is, moet die ge zond worden gemaakt. Het beleid van het vroegere bestuur is niet goed geweest; men lette maar eens op den woningbouw, wel ke thans een strop is voor de gemeente. D® heer Endendijk zegt dat het hem niet spijt dat hij veel gemist heeft van de algemeene beschouwingen, daar de stemming niet aangenaam is. Spreker is ervan overtuigd, dat de ambtenaren niet zullen opponeeren tegen een salarisvermin- dering

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 616