16 December 19)5 )09.
tot een korting van 5 in totaal te komen.
De heer Hilhorst meent dat zulks wel mogelijk is.
De heer Endendijk komt ter vergadering.
De Voorzitter verzoekt den heer Hilhorst dan een bereke
ning over te leggen omtrent alle salarissen afzonderlijk. Op
een globale berekening kan Spreker niet afgaan. De Minister
eischt 5 1° korting op alle salarissen.
De heer Hilhorst, die een dergelijke berekening niet bij
zioh heeft, geeft de verzekering dat hij alle salarissen heeft
nagegaan, en zegt dat hij met zijn berekening nog f.)0,= hoo-
ger komt dan de raming van B.en W. Spreker blijft bij zijn voor
stel, daar bij het toepassen eener korting op de lagere sala
rissen, het bedrijfsleven teveel wordt getroffen.
De heer Thijssen stelt mede namens den heer van Breukelen
voor het voorstel van B.en W. te wijzigen, en wel in dier voe
ge, dat de tractementenzooals deze op 't oogenblik zijn, wor
den gehandhaafd en dat op die tractementen als gevolg van de
eischen der regeering een korting wordt toegepast van 5 De
ze korting moet echter van tijdelijken aard zijn. Spreker her
haalt nog eens:"de salarissen handhaven met een tijdelijke kor
ting van 5
De heer Hilhorst, die zich niet met dit voorstel kan ver
eenigen, is voor een progressieve korting. In de eerste plaats
dienen de hoogere salarissen verlaagd te worden.
De Voorzitter zegt nogmaals dat de Minister en Gedeputeer
de Staten een korting wenschen tot een gelijk percentage, het
welk niet minder dan 5 mag bedragen. B.en W. stelden ook een
korting voor van 5 en hebben die verwerkt in een nieuw ont-
werp-regeling. Men kan nu op de salarissen een definitieve kor
ting toepassen of de nieuwe regeling van B.en w. aanvaarden,
doch de aanneming van de regeling, als door den heer Hilhorst
bedoeld, moet Spreker ontraden.
De heer Endendijk voelt ook wel voor een progressieve kor
ting. Wanneer een dergelijke korting echter niet mogelijk is,
dan is Spreker voor het voorstel van den heer Thijssen. Door
aanneming eener tijdelijke korting, blijven de pensioensgrond
slagen gehandhaafd, hetgeen voor de betrokkenen van groot be
lang kan zijn.
De Voorzitter zegt dat de betrokkenen en de gemeente dan
ook hoogere pensioensbijdragen moeten betalen. Spreker herhaalt
nog eens dat de Minister een definitieve korting wenscht.
De heer Endendijk betoogt dat het voor de betrokkenen,
die voor toekenning van pensioen in aanmerking komen, wel van
groot belang is dat de korting een tijdelijk karakter draagt.
Wethouder Gasille zegt dat de Minister per se een vaste
verlaging wenscht. Bij de salarissen van het Rijkspersoneel
wordt ook aldus gehandeld.
De heer van de Ven wijst er op dat er een categorie is,
welke met 8 wordt getroffen, indien het voorstel van B.en W.
wordt aanvaard.
De Voorzitter zet uiteen dat destijds de salarissen zijn
opgelegd met /.100,=, daar ze berekend zijn naar een gezin van
man, vrouw en 2 kinderen. B.en W.' zijn nu van meening, dat de
salarisnormen in minimum en maximum met /.100,= moeten worden
verminderd, en dat de kindertoelage dan moet ingaan bij het
eerste kind in plaats van bij het derde kind. De ambtenaren,
die gehuwd zijn en geen kinderen hebben, worden dus het meest
gedupeerd