16 December 1935 312. de wenschen van den Minister tegemoet te komen, zoodat Spreker voorstelt aldus te besluiten. De heer Mooder is tegen verlaging van het salaris van den bode. Spreker wijst er voorts op dat er een tweede bode is. De ze jongeman zal door E-en ïf. op 1 Februari a.s. buiten de deur worden gezet, hetgeen Spreker onbillijk vindt. Het is beter Beuzel een wenk te geven om pensioen aan te vragen of hem an ders op wachtgeld te stellen. De Voorzitter herhaalt dat het hier niet over personen gaat. De heer Hooder merkt op dat de tweede bode toch maar gedu peerd wordtj hetgeen z.i. niet mag gebeuren. De heer Thijssen zegt dat zijn voorstel bij meerderheid van stemmen is aangenomen, en dat dit voorstel handhaving be oogt van de bestaande salarisregeling met een tijdelijke kor ting van 5 op de salarissen. Hier valt dus ook de wedde van den bode onder. Wat de Minister verder over wijziging van enke le salarissen geschreven heeft, kan thans buiten beschouwing gelaten worden. Met betrekking tot de functie van controleerend ambtenaar, wijst Spreker er op dat volgens het ambtenaren-regie* ment aanneming van personeel op arbeidscontract alleen plaats heeft voor werkzaamheden van zeer tijdelijken aard. Aan de be trekking van controleerend ambtenaar moet dan ook een tijdelijk karakter worden gegeven. Wethouder Gasille merkt nog op dat op 13 September j.1. de door den Voorzitter genoemde bezwaren van den Minister tegen de salarisregeling zijn ingekomen, en dat deze behandeld hadden moeten worden in de raadsvergadering van 26 Sept. j.1. Dit is verzuimd. Br is dus nog geen goedkeuring van den Minister op de salarisregeling van 5 Dec.193^, zoodat het wel gewenscht is dat deze zaak afgedaan wordt. De heer Thijssen wil het schrijven van den Minister voor kennisgeving aannemen, aangezien door aanneming van zijn. voor stel de thans bestaande salarisregeling is gehandhaafd, met toe passing van een tijdelijke korting van 5 Als gevolg van deze besprekingen worden de door den Minis ter verlangde wijzigingen buiten verdere behandeling gelaten. Aangezien de gemeente thans geen grondbedrijf meer heeft, wordt de begrooting vén dit bedrijf buiten beschouwing gelaten. De heer Booder meent dat nu dit bedrijf van de baan is, er nog wel enkele nadere inlichtingen noodig zijn. Spreker zegt dat destijds gronden in dit bedrijf gebracht zijn, en dat op verschillende dier gronden werkzaamheden zijn uitgevoerd, als gevolg waarvan herschatting noodig was. Uit de gemeentebegroo- ting van den gewonen dienst zijn in den loop der jaren gelden aan het grondbedrijf afgestaan, zoodat Spreker nu de verhoudin gen wil weten. Wethouder Gasille zegt dat het grondbedrijf inderdaad is opgeheven, doch dat de Raad zich niet kan onttrekken aan de ge volgen daarvan, voorzoover betreft hetgeen ten laste komt van den kapitaaldienstHet is echter een feit dat de gemeente thans door de opheffing van het Grondbedrijf een voordeel heeft van ruim ƒ.4.000,=. Br moet nu tengevolge van de opheffing van het Grondbedrijf een oplossing gezocht worden. De heer Hooder vraagt hoe het staat met de gronden, welke uit het grondbedrijf genomen zijn voor openbare doeleinden. De Voorzitter zegt dat deze zaak nog aan de orde zal komen. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 626