30 December 1935 342* hier echter op aan, dat de uitgaven zijn gedekt door goedge keurde Raadsbesluiten, en dat de uitgaven zijn gedaan in het kader der begrooting 1934. De rekeningen dienen dan ook aanvaard te worden. Doet de Raad dit niet vóór December a.s. dan ver liest de gemeente haar beroepsrecht ten aanzien van de Einan- cieele Verhouding. Dit beroepsrecht kan van groot belang zijn. Ook tegen een beslissing van het vorig jaar werd in beroep ge gaan. Dit beroepsrecht is belangrijker dan het aanhouden van een uitgaaf, verantwoord in de gemeenterekening, die door den tegenwoordigen Raad misschien anders beoordeeld zal worden. Wanneer de rekening niet voorloopig wordt vastgesteld, dan kun nen B.en W. niet de juiste cijfers voor de Binancieele Verhou ding overnemen. De kwestie van al of niet vaststelling der re kening is niet ter beoordeeling aan een of ander ambtenaar, doch de Raad moet daarin beslissen. De heer Endendijk deelt mede, dat door den heer ïhijssen naar voren is gebracht, dat omtrent deze aangelegenheid bespre kingen zijn gevoerd in de Einancieele Commissie, en dat er ver schillende opmerkingen waren ten aanzien van de rekening. Spre ker, die alleen de minderheid der Einancieele Commissie vormt, die vóór vaststelling is, wil over deze zaak ook wel wat zeg gen. Spreker heeft den indruk gehad, dat de rechtmatigheid der uitgaven is gedekt door de credieten, welke door den Raad zijn toegestaan en door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd, doch dat het zeer goed mogelijk is dat verschil van inzicht bestaat omtrent de doelmatigheid der uitgaven. Spreker zou de rekening voorloopig willen vaststellen en de gelegenheid willen openlaten om later nog te spreken over de doelmatigheid der uitgaven. Spreker vindt het in t geheel geen bezwaar, dat de gegevens gecontroleerd worden door de drie heeren, die daarmede bezig zijn, teneinde de doelmatigheid der uitgaven te kunnen beoor delen. De heer 'Xhijssen beijvert zich om alles te onderzoeken en Spreker heeft daar niets op tegen, aangezien men hem heeft medegedeeld, dat het hier uitsluitend om het belang der gemeen te gaat, doch Spreker Is tegen uitstel, indien de gemeente daardoor in moeilijkheden zou geraken. Het verwondert Spreker wel, dat een ambtenaar van de Griffie den moed heeft gehad om een schrijven af te geven, waaruit blijkt dat tegen uitstel van behandeling geen bezwaar bestaat. Spreker vraagt uitdrukke lijk aan den Voorzitter of de gemeente haar beroepsrecht ten aanzien van de Einancieele Verhouding zal moeten missen, wan neer de vaststelling der rekeningen uitgesteld wordt. Men dient er voor te zorgen, dat de goede gang van zaken niet in de war gebracht wordt. Spreker wil dus wel zijn medewerking aan het voorstel van den heer Thijssen verleenen, omdat het diens be doeling is niemand onaangenaam te zijn, doch alleen het gemeen tebelang te dienen, maar alleen dan, wanneer hij de toezegging van B.en W. ontvangt, dat geen wettelijk bezwaar tegen uitstel bestaat. Bestaat wel een dergelijk bezwaar, dan zou Spreker de rekeningen willen vaststellen, doch de gelegenheid willen openhouden om de doelmatigheid der uitgaven te doen onderzoe ken. Wellicht kan dan uit eventueele fouten, die als zoodanig beschouwd worden door de tegenwoordige leden, leering getrok ken worden voor de toekomst. De Voorzitter zegt dat aan de Wet niets valt te verande ren. De rekeningen moeten worden vastgesteld, wil de gemeente haar beroepsrecht niet verliezen. Spreker heeft er geen be zwaar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 686