25 Januari 1955 5*
oordeelt, weet dat de A.R.leden zich in die kwestie altoos bui
ten de discussies hebben gehouden. Al het minder aangename, om
geen ander woord te gebruiken, is steeds gekomen vahhen,die de
©inder gewensohte verhoudingen in het leven hebben geroepen.
Het resultaat van de verkiezingen in 1951 was, dat de Raad was
samengesteld uit 9 leden van rechts en b van links. De 9 leden
van rechts bestonden uit 5 R.K.,5 A.R.(waarvan 1 was gekozen
door een op 2ichzelf staande arbeidersgroep?en 1 C.H. Links uit
2 S.D.A.P.1 Vrijheidsbonder, 1 V.D. en 2 'op zich zelf staande
personen, doch van vrijzinnige richting, die zich onder leiding
van den V.B. tot een groep vereenigde onder de leuze "Gemeente
belang". Dat zoeken van het gemeentebelang moest het eerst tot
uitdrukking komen bij de a.s. wethoudersverkiezing en de actie
daartoe ingezet, maakt het alleen verklaarbaar, dat zelfs de
S.D.A.P. zich liet verleiden in dat koor mede te zingen. V/at
toch was het geval. De 9 rechtsche/raadsleden, overtuigd dat het
werkelijke "gemeentebelang" geschaad werd door het in de laatste
jaren zoo sterk op den voorgrond geschoven psrtijverschil,wensch-
te een ernstige poging te wagen hieraan een einde te maken en
besloot met algemeene stemmen een voorstel te doen om zonder be
zwaar voor de gemeentekas, een derde wethouder te benoemen en
dat daartoe elk der beide wethouders een derde van hun salaris
zouden afstaan; deze derde wethouderszetel beschikbaar te stellen
voor een door links aan te wijzen candidaat, teneinde meer een
heid en samenwerking van den geheelen raad te verkrijgen. Dit
was geen paradeeren met de leuze "gemeentebelang", maar een zeer
serieus voorstel, dat voor zichzelf sprak. Men zou mogen ver-
waohten, dat een groep die "gemeentebelang" als leuze in haar
vaandel had geschreven, die poging zou hebben gewaardeerd, en
misschien deden zij dat als mensoh ook wel, maar de practische
toepassing leed schipbreuk op de ijzige rots van naijver,omdat
meerderen onder hen de wethouderszetel wel ambieerden, en zon
der een enkel offioieel antwoord bleef rechts met haar serieus
voorstel zitten. Alleen de S.D.A.P.heeft zich toen formeel cor
rect gedragen door de mededeeling dat hun partij geen prijs
stelde op het bezetten van een wethouderszetel, terwijl kujjals
meerderheid onder links, daarop misschien toch nog het meeste
aanspraak had kunnen maken. Verwacht werd, dat nu de R.K.en A.R.
wethouders zouden gekozen worden, doch men had daarbij buiten
den waard in dit geval buiten Braamhage gerekend. Vanuit dat
bureau was het veto uitgegaan,"de A-R.eruit" en zelfs bij erken
ning van diens verdienstelijk werk, bleef dat veto gehandhaafd.
De v^n daaruit nimmer falende zweep wist ook nu, al wat links was
Op een hoop te drijven, en niet alleen links, ook een A.R.broeder
werd in dienzelfden hoek gedreven. De door de Ghx.Arb.gekozen
A«R.eandidaatdie in de rechtsche fractie's volkomen instemde
met 2 rechtsche en 1 linkschen wethouder, maakte enkele dagen
later bezwaar, niet tegen het besluit, maar tegen den A.R.caLdi-
daat. en nog enkele dagen later onttrok hij zich geheel van de
rechtsche fraoties, wat later bleek zoo volkomen te zijn geweest
dat hij volbloed links handelde. Zoo was links zeker van 7 stem
men, en rechts van 8. Wat met die achtste stem rechts heeft
plaats gehad, zou nooit met zekerheid 2ijn vast te stellen ge
weest, indien dit door het betrokken R.K. raadslid zelf niet was
medegedeeld, n.1» dat hij omgekocht is geworden om tijdens de
wethoudersverkiezing afwezig te blijven. Wie het meeste te laken