31 Juli 1936 138. dat hij na één jaar werkzaamheid op arbeidscontract, een vaste aanstelling zou verkrijgen. De heer Thijssen constateert dat Wethouder Gasille feitelijk meegaat met het voorstel van den heer Hilhorst om deze zaak van de agenda af te voeren, terwijl de Wethouder er ook mede accoord gaat dat het advies omtrent de reor ganisatie wordt ingewonnen van de heeren van Noesel en KerkhoffVoorts zegt Spreker dat de heer Tillemans blijkens de notulen der vergadering van 26 Sep tember 1935 is aangenomen op arbeidscontract. Omtrent deze aangelegenheid staakten de stemmen in de vergadering van 29 Augustus 1935. betrokkene kan nu tot 31 December a.s, op arbeidscontract worden aangehouden, aangezien daar voor gelden zijn uitgetrokken in de begrooting. De reorganisatie zal intusschen haar beslag dan wel hebben verkregen. Men moet dus nu één ambtenaar in vasten dienst bij Bouw-en Woningtoezicht houden. De Raad zit geenszins vast aan den heer Tillemans, daar de Raad hem geen vaste aanstelling heeft toegezegd. Naar Sprekers oordeel moet echter op dit moment het reorganisatie-voorstel van de agenda worden afgevoerd. Spreker meent dat het voorstel van den heer Hilhorst in stemming moet worden gebracht. De Voorzitter is van meening dat de diensttijd van een ambtenaar niet in verband staat met het uitgetrokken salaris op de begrooting. Destijds is in de oproeping van sollicitanten vaste aanstelling na 1 jaar bij gebleken ge schiktheid toegezegd. Aangezien de betrokkene voldoet, is de gemeente moreel gebonden De heer Thijssen zegt dat de Raad geenerlei toezegging inzake het geven eener vaste aanstelling heeft gedaan. Spreker verwijst naar de notulen der vergadering van 29 Augustus 1935» toen de stemming over de tijdelijke tewerk stelling staakten en naar de notulen van 26 September d.a.v., waarin de ziens wijze omtrent de tewerkstelling van den heer Tillemans nauwkeurig is omschre ven. Duidelijk is naar voren gekomen, dat de tewerkstelling op arbeidscontract zou zijn zonder recht op een vaste aanstelling. De Voorzitter heeft in laatst genoemde vergadering nog te kennen gegeven, dat de aanneming op arbeidscon tract een zaak van B.en W. is, doch dat de Raad het benoodigde crediet moet toestaan. De Raad handelt niet immoreel, wanneer hij geen vaste aanstelling geeft, daar de betrokkene op arbeidscontract is aangenomen. De Voorzitter zegt dat het gevoel voor moraliteit wel rekbaar is. De be doeling is 3teeds geweest dat vaste aanstelling na 1 jaar zou volgen bij ge bleken geschiktheid. luiks is ook bij de oproeping in uitzicht gesteld. Naar Sprekers meening is men moreel gebonden. Wethouder Gasille wil naar aanleiding van de opnirking van den heer Thijs sen er even op te wijzen, dat hij zich niet heeft uitgesproken om met het voorstel van den heer Hilhorst tot aanhouding mee te gaan. Ten opzichte van het inwinnen van adviezen van enkele ambtenaren, heeft Spreker gezegd dat de mogelijkheid bestaat dat men er in bepaalde gevallen wel eens op gesteld kan zijn advies te vragen aan ambtenaren nevens het advies van het hoofd van dien3t# Dit is dus iets anders dan door den heer Thijssen is begrepen. De heer Nooder meent dat de positie van den Directeur thans wordt onder mijnd. Men redeneert maar in den Raad alsof men technische bevoegdheden heeft. Spreker kan zich voorstellen dat zij, die bij de verkiezingen zoo geroepen hebben naar bezuiniging, thans teleurgesteld thuis komen. Er is geen bezuini ging te verkrijgen op uitgaven voor personeel, doch alleen op technische zaken. Men kan nu wel zeggen dat er geen geld is, doch niet moet uit het oog worden verloren, dat de gemeente ook een sociale taak heeft te vervullen. Spreker is er ook voor dat het door den heer Hilhorst naar voren gebrachte wordt onder zocht, en wanneer er onbetrouwbare ambtenaren zijn, dan moeten die ambtenaren niet meer in dienst der gemeente gehouden werden. Zulks doet echter aan de zaak, n.l. de formatie, niets af. De formatie blijft, en de personen behoeven niet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 276