31 Juli 1936 139.
niet te blijven. Spreker "brengt tenslotte nog eens in herinnering dat hij des
tijds heeft gezegd dat de heer van Vliet aan Gemeentewerken is doodgegaan, dat
de heer Meurs figuurlijk is doodgegaan en dat de nieuwe Directeur het ook niet
zal redden. Spreker meent dat de Raad bij de behandeling van het reorganisa
tie-voorstel op den verkeerden weg is.
De Voorzitter betoogt nogmaals dat al het gesprokene niets te maken
heeft met de formatie bij Bouw-en Woningtoezicht. Spreker is het er volkomen
mee eens dat, wanneer de ambtenaren onbetrouwbaar zijn, ontslag moet volgen.
De heer Endendijk zegt bij zijn voorstel te blijven om verder te gaan
met de behandeling van het voorstel van B.en W. Spreker, die het bezwaar van
den heer Hilhorst wel kan begrijpen, zou bij punt e,. dan alleen willen behan
delen de formatie bij Bouw- en Woningtoezicht, terwijl verder rekening ware
te houden met het door den heer Hilhorst naar voren gebrachte. Men moet zich
dus nog niet aan personen binden.
De Voorzitter wijst er op dat wij nu eenmaal de tegenwoordige ambtenaren
hebben. Deze moeten ingedeeld worden. Zijn ze ongeschikt, dan kunnen zij ont
slagen worden.
De heer Hom meent dat het rapport van den Directeur is samengesteld on
der eenige pressie. Spreker wijst er nog op dat de ambtenaren en werklieden
bij Gemeentewerken tegenover elkaar staan, hetgeen geen toestand is. Spreker
zegt tenslotte van oordeel te zijn, dat het rapport niet van den Directeur
alleen is, maar dat ook andere personen daaraan vastzitten.
De Voorzitter zegt thans in stemming te brengen een beslissing omtrent
de personeelsformatie bij Bouw- en Woningtoezicht. Daarna kan gestemd worden
over het voorstel van den heer Hilhorst om de rest van het voorstel van B.en
W, aan te houden.
Aangezien de heer van Breukelen voorgesteld heeft om de formatie bij
Bouw- en Woningtoezicht te doen bestaan uit één Technisch Ambtenaar le klasse,
wordt dit voorstel in stemminggebracht en aangenomen met 10 tegen 3 stemmen.
Tegen stemden de heeren Nooder, Gasille en de Bruijn.
Wethouder de Bruijn zegt dat hij geen kans ziet om dezen dienst met één
ambtenaar naar behooren te doen vervullen. De heer Tillemans zal voorloopig
zeer zeker op arbeidscontract werkzaam moeten blijven, hetgeen mogelijk is
omdat daarvoor crediet aanwezig is tot 31 December a.s.
De Voorzitter merkt op dat tengevolge van deze beslissing, het voorstel
van B.en W, tot het benoemen van den heer Tillemans in vasten dienst niet aan
genomen en daarmede vervallen is.
Vervolgens brengt de Voorzitter in stemming het voorstel van den heer
Hilhorst om de verdere behandeling van het voorstel uit te stellen tot nadat
een onderzoek zal zijn ingesteld naar de door dezen gedane beweringen omtrent
de personeelsaangelegenheden bij Gemeentewerken.
Dit voorstel wordt aangenomen met 10 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de
heeren ïïooder, Gasille en de Bruijn.
De vergadering wordt hierna geschorst.
Ha heropening wordt aan de orde gestelds
151. COMPTABILITEIT. WEREVERSCHAFPIMG(4e afd.nos.4iO5 en 2l/502).
Voorstel tot het verleenen van een aanvullend crediet van f.10.336,98
voor het egaliseeren en verharden van wegbermen.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 29 Juli 1936, 4e afd.
no,4105 stellen B.en W. voor te besluiten:
a, voor het egaliseeren en verharden van wegbermen met bijkomende kosten een
aanvullend crediet toe te staan van f.10.336,98, n.1. voor loonen en socia
le lasten f.9.809,82 en voor toezicht en onvoorzien f.527»l6;
b, dit crediet te dekken op de wijze, zooals is omschreven in het schrijven
van B.en W.
c. tot