31 Juli 1936 140.
c. tot vaststelling van het hiermede verband houdende besluit tot wijziging
der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1936.
De heer van de Ven vraagt waar de fout schuilt dat nu een aanvullend cre-
diet moet worden aangevraagd. Spreker heeft verschillende cijfers gezien,
maar eigenlijk geen overzicht omtrent de uitvoering en de gedane uitgaven.
Het ware gewenscht geweest, dat een nauwkeurige staat, vermeldende een en an
der, was overgelegd, teneinde een oordeel te kunnen vormen. Spreker is dan
ook huiverig om het gevraagde crediet toe te staan.
De heer Hilhorst is van meening dat de schuld bij gemeentewerken berust
dat men in den huidigen toestand is geraakt. Spreker, die er op wijst dat in
de vorige vergadering ook een belangrijke crediet-overschrijding aan de orde is
geweest, zal hier thans niet verder op ingaan, doch wenscht een nadere toe
lichting omtrent deze zaak van den Wethouder, en Spreker wil ook weten waar
de schuld berust dat een tekort aan loonen is geraamd.
De heer Nooder wijst er op dat volgens toelichting van den Directeur
800 M2 pad meer is gemaakt dan aanvankelijk de bedoeling was» De uitgaven aan
arbeidsloonen juicht Spreker toe, terwijl een bedrag van f.5.913,44 is bespaard
aan materiaalkosten. Er zijn minder materialen gebruikt door een veranderde
werkwijze. De volgende begrooting zal dus een kleiner bedrag aangeven op den
kapitaaldienst. Spreker zal aan deze crediet-aanvrage zijn stem geven. Er zul
len meer arbeiders tewerkgesteld kunnen worden, terwijl de wegverbetering door
Spreker toegejuicht wordt.
Wethouder de Bruijn zegt dat in de vorige vergadering door een der leden
is gezegd dat niet de Directeur, maar Spreker eigenlijk op Gemeentewerken re
geerde. Naar aanleiding van dit gezegde, zegt Spreker, dat hij steeds gemeend
heeft te moeten werken, daarbij het belang der gemeente voor oogen houdende. Als
Wethouder heeft Spreker ook verantwoording te dragen. En als Spreker dan rond
gaat met den Directeur, en iets opmerkt, dan meent hij dat te moeten zeggen,
opdat later niet gezegd kan worden, dat op iets niet gewezen is. Zoo heeft
Spreker er bij het maken van het bezinkingsreservoir te Soesterberg op gewe
zen dat naar zijne meening de daar gevolgde werkwijze onvoordeelig zou zijn.
Zonder dat Spreker het wist, moest hij bij Gemeentewerken constateeren, dat
het werk te Soestorberg plotseling stopgezet was, en dat de opzichter van dat
werk tijdelijk tewerk gesteld was bij de verbetering der wegen te Soest.Zulks
geschiedde omdat er geen crediet meer was. Het werk v/erd stopgezet zonder dat
de Wethouder of B.en W, er iets van afwisten. Spreker is van een en ander ge
weldig geschrokken, en zooals alleszins begrijpelijk is, had hij in den Direc
teur ten aanzien van dat werk en ook ten aanzien van andere werken het ver
trouwen verloren. Vr eestendedat het met het crediet voor de wegen- en bermen-
verbetering niet geheel in orde zou zijn, heeft Spreker aan den Directeur een
juiste uiteenzetting gevraagd omtrent den toestand van het werk èn dat van
het crediet. Toen B.en W. de cijfers van den Directeur onder oogen kregen,
waren deze alleszins gunstig gekleurd. Men dacht dat de overgebleven gelden
van materialen omgezet konden worden in arbeidsloonen, en dat 800 M2 meer aan
gelegd kon worden dan aanvankelijk op papier gezet was. Wie garandeerde Spre
ker echter dat deze nieuwe opzet goed was? Door de 4e afdeeling van de Secre
tarie is met spoed'een nieuwe berekening samengesteld, zoodat Spreker thans een
juist overzicht heeft. Volgens de eerste raming zouden de kosten van verhar
ding f.7.876,23 bedragen, en volgens de nieuwe begrooting f,15.430,54, alzoo
een verschil van f.7*554,31. Het thans in uitvoering zijnde object noemt Spre
ker een schitterend object. De gemeente wordt daardoor in aanzien mooier, en
het zou Spreker zeer spijten, indien thans gezegd werd dat er geen crediet is
en dat als gevolg daarvan het werk over 6 weken moet worden stopgezet. Wat
moet men dan met de menschen doen? Ze zouden naar de bosschen gestuurd moeten
worden, waarvoor Spreker niet veel voelt. Er moet getracht worden nuttige wer-