NOTULEN
30 September 1956 144
van het verhandelde in de openbare vergadering van den Raad der gemeente
Soest op Woensdag 30 September 1936» des namiddags 2 uur.
Voorzitter: Mr.G.Deketh, Burgemeester.
Secretaris: J.G.a.Batenburg.
Tegenwoordig de leden: J.J.D.van den Berg» J.E.van Breukelen, D.A.de
Bruijn, A.Endendijk, H.J.Gasille, A.P.Hilhorst, J.H.Hom, M.Hornsveld» J.Noo-
der, J.Stroband, L.C.Thijssen, J.van de Ven, H.Zijlstra en later P.Helmus.
Afwezig het lid H.van Klooster,
De Voorzitter opent de vergadering en geeft gelegenheid tot het doen van
een gebed, waarna overgegaan wordt tot de behandeling der agenda,
RAADSLEDEN
Beëediging van het nieuw benoemde raadslid P.Helmus,
De heer van Breukelen verzoekt den Voorzitter er aan te denken dat de
twee eedsformulieren afzonderlijk moeten worden bekrachtigd.
Nadat de heer Helmus door den Secretaris is binnengeleid» deelt de Voor
zitter den heer Helmus mede, dat door hem bij het aanvaarden zijner betrek
king twee eeden of beloften afgelegd moeten worden, n.1. een eed of belofte
van zuivering en een eed of belofte van trouw. Spreker vraagt den heer Helmus
of deze de eeden dan wel de beloften wenscht af te leggen.
De heer Helmus deelt mede, dat hij de beloften zal afleggen.
Nadat door den heer Helmus de beloften, als bedoeld in artikel 45 4er Ge
meentewet zijn afgelegd, zegt de Voorzitter het navolgende:
"De zooeven afgelegde gelofte houdt een schoone belofte in: wijding aan
algemeen belang. Ik weet wel dat Uwe eerste en voornaamste belangstelling
gaat naar eene bepaalde groep in deze gemeente, doch hier in den Raad wordt
U verzocht dat belang te zien in en te toetsen aan het algemeen belang. Dit
is een kunst. Deze kunst verstond wel Uw voorganger, met wien wij zeer aange
name samenwerking hebben gehad. Ik spreek de hoop uit dat wij van en met U de
zelfde aangename samenwerking mogen ondervinden en hebben in het algemeen be
lang van de gemeente. Het perspectief van deze gemeente is niet bepaald roos
kleurig te noemen en daarom is 't eisch dat wij gezamenlijk met verstaan en
eerbiediging van ieders overtuiging en wonschen de handen ineen slaan. Een
ieder van ons zal wel eens afstand moeten doen van wat ons dierbaar is. Zelf
opoffering is in dezen een schoone taak. Ik wensch U geluk"
De heer Helmus neemt hierna op verzoek van den Voorzitter den zetel van
zijn voorganger, don heer de Nies, in.
KONINKLIJK HUIS
De Voorzitter spreekt vervolgens de navolgende rede uit:
"De feestklokken hebben geluid, hebben gebeierd over de stille lage lan
den van ons land. De heerschende kalmte werd verbroken. Eén juichtoon werd ge
hoord: Onze Prinses is verloofd! Hoera! De vlag uit! Alle vereenigingen bijeen
verzameld! Telegrammen aan Koningin en Prinses om uiting te geven aan deze
vreugde! 1s-Avonds één enthousiaste lichtstoet met muziek voorop en ruiters
te paard. De gansche burgerij op de been en volgende den stoet. Eén spontane
uiting van vreugde!
Herhaald in verdubbelde mate op den tot nationalen feestdag geproclameer-
den Zaterdag met tot slot een van verre zichtbaren hoogen warme:, vreugdegloed,
getuigende van onze warme liefde voor ons Vorstenhuis en vreugde over de ver
loving van onze laatste telg uit dat Huis,
Wij hebben geluisterd met diepen eerbied en met innerlijke ontroering
naar de stem van de Koninklijke Moeder, onze geliefde Koningin, die Haar volk
mededeeling deed van Haar vreugde en van Haar geluk. Haar dierbaar kind heeft
zich verloofd. Wij hoorden de trillingen in de van ontroering nauw beheersch-
te stem, komende uit een diep bewogen gemoed en een dankbaar hart. De Moeder
die