30 September 19 152.
als lid voorgesteld wordt.
Hierna wordt tot stemming overgegaan. De heeren Nooder en van de Ven fun-
geeren wederom als stemopnemers
Eerst wordt overgegaan tot de aanwijzing van leden.
Ingeleverd zijn 14 stembiljetten. De heeren Endendijk, Hom, Stroband en
Helmus verkrijgen respectievelijk 11, 9» 4 en 4 stemmen, zoodat de twee eerstge-
noemden zijn gekozen als leden.
Wethouder Gasille beveelt hierna den heer Stroband ter benoeming aan als
plaatsvervangend lid.
Vervolgens wordt overgegaan tot de aanwijzing van plaatsvervangende leden.
Ingeleverd zijn 14 stembiljetten. De heeren Zijlstra, Helmus en Stroband ver
krijgen respectievelijk 13, 11 en 4 stemmen, zoodat de twee eerstgenoemden zijn
gekozen als plaatsvervangende leden.
Na de desbetreffende vraag van den Voorzitter verklaren de benoemden hun
ne benoeming aan te nemen.
159, STEUNVERLEENING. (3e afd. No.4530),
Motie van den heer Nooder inzake de korting op de steunuitkeeringen.
B.en W. ontraden de aanneming dezer motie, aangezien de steunbedragen
voor ieder der steuntrekkende werkloozen opnieuw worden vastgesteld in verband
met de door de Regeering gewijzigde steunregeling. Bij deze vaststelling zal
met de gezinsomstandigheden der gesteunden zooveel mogelijk rekening worden ge
houden
De heer Ihijssen merkt op dat door den heer Nooder een nader schrijven
zou worden ingezonden. Spreker vraagt of dit schrijven is ingekomen.
De Voorzitter deelt mede dat een dergelijk schrijven niet is ingekomen.
De heer Hilhorst vraagt of het juist is dat de korting op de steunuitkee
ringen van de baan is.
Wethouder Gasille deelt mede dat in verband met de nieuwe regeling de
steunuitkeeringen zijn herzien. Deze herziening is geschied overeenkomstig den
wil van den heer Nooder,
De heer Nooder wil beginnen te zeggen dat de Wethouder een groote strateeg
is, daar de kortingen juist nu zijn ingetrokken. Spreker, die het toejuicht
dat de kortingen thans zijn weggenomen, zegt dat wanneer door hem de zaak hier
niet op het tapijt was getracht, deze anders zou zijn geweest dan nu. Spreker,
die bereid is zijne motie in te trekken, wijst er echter op dat, nu gebleken
is dat de tijdsomstandigheden niet zijn veranderd, er naar zijne meening aan
leiding is om het ingehouden steunbedrag ad f.0,50 met terugwerkende kracht te
rug te betalen aan de betrokkenen, temeer waar deze zaak niets met de nieuwe
steunregeling heeft te maken.
De heer Endendijk wil zijn blijdschap uitspreken over het feit dat vandaag
de f.0,50 wederom is uitbetaald, waarmede het Orgaan dus teruggekomen is op
zijn in dezen zomer ingenomen standpuntDe inhouding van de f.0,50 was Spreker
niet sympathiek en Spreker was ook niet geheel onschuldig aan de totstandkoming
van de motie van den heer Nooder. Spreker adviseerde n.1. den heer Nooder om
een uitspraak van den Raad te verkrijgen. Hoewel Spreker dus niet accoord ging
met de inhouding, was de motiveering van B.en W. toch wel niet geheel onjuist.
In den zomer hadden de betrokkenen n.1. eenige inkomsten uit de tuintjes, wel
ke van gemeentewege werden verstrekt, en welke inkomsten thans zijn vervallen.
Spreker is echter blij dat het Orgaan zonder aandrang van den Raad thans de
beslissing heeft genomen tot weder-uitkeering van de f.0,50, daar de steunuit
keeringen toch al laag zijn.
De heer Nooder zegt nogmaals dat hij zijn motie intrekt, maar er op aan
dringt de ingehouden steun met terugwerkende kracht uit te betalen.
De heer Strohand zegt dat hij eenzelfde idee heeft. Nu het College van B.
en W» termen heeft gevonden de f.0,50 wederom uit te keeren, blijkt daaruit dat
de