30 September 1936 159» over de hier bedoelde technische zaken te oordeelen. Een paar leden dezer Com missie hebben in klein comité de bouwverordening behandeld met den heer van Noesel, doch men is nog maar bezig met de behandeling van de eerste artikelen dier verordening. Het komt Spreker alleszins billijk voor dat aan de '.-ommissie Openbare Werken gelegenheid wordt gegeven eventueele bezwaren kenbaar te maken aan de ontwerpers der verordening ter nadere bespreking. Spreker stelt mitsdien voor dit punt van de agenda af te voeren en de verordening eerst nog ter behan deling in handen te geven van de Commissie Openbare Werken. De Voorzitter wijst er op dat de termijn van indiening van schriftelijke bezwaren van 3 weken inmiddels al uitgedijd is tot 3 maanden. Spreker was van meening dat het wenschelijk was een ieder gelegenheid te geven tot het indienen van schriftelijke bezwaren, welke aan in een besloten raadszitting konden worden behandeld, waarbij dus alle leden tegenwoordig konden zijn. Geen enkele opmer king is ingekomen en het is dan ook een buitengewone teleurstelling voor B.en W, indien de verordening thans niet vastgesteld wordt. Het zou Spreker spijten indien de behandeling der verordening uitgesteld werd, temeer waar Gedeputeerde Staten al op afwikkeling der verordening hebben aangedrongen. Bovendien is deze verorde ning inhaerent aan de bebouwingsvoorschriften, behoorende bij het uitbreidings plan. De heer van Breukelen kan zich met de bezwaren van den heer Endendijk ver eenigen en verzoekt mitsdien de verordening eerst nog ter behandeling te geven aan de Commissie Openbare Werken. De heer Thijssen zegt dat er iets bijzonders met deze verordening is. Zij heeft n.1. een wandeling gemaakt, welke niet overeenkomstig de wettelijke voor schriften is. Aan de beraadslagingen van het ontwerp der verordening heeft de Commissie voor de Strafverordeningen niet deelgenomen, In de Woningwet staat met verwijzing naar artikel 197 der Gemeentewet dat een bouwerordening, welke een strafverordening is, zooveel mogelijk moet worden ontworpen door een vaste Commissie uit den Raad. Waar hier in de gemeente een dergelijke Commissie be- i? staat, had het ontwerp moeten worden opgemaakt door deze Commissie. Dit nu is niet geschied. B.en W, hebben de bouwerordening aan de raadsleden toegezonden en de Commissie voor de Strafverordeningen vri.st als zoodanig van deze verorde ning niets af. Spreker meent dat de wettelijke weg in deze niet gevolgd is. Uit drukkelijk staat in de Wet, dat de Commissie de verordening moet ontwerpen. De Commissie had deze zaak dus eerst in studie moeten nemen. Voorts wijst Spreker er op dat in het rondschrijven van B.en W. van 19 Juni j.1. staat dat met da vaststelling der verordening niet langer gewacht kan worden, als uitvloeisel van de wet van 9 Juli 1931 tot wijziging der Woningwet, doch Spreker, die er de aandacht op vestigt dat de nieuwe bepalingen der verordening van vèr strekkende beteekenis zijn, wil deze verordening er zoo maar niet doordraaien. Spreker biedt in verband hiermede den Voorzitter mede namens de heeren Stroband en van de Ven een voorstel met ontwerp-besluit aan. Volgens dit besluit wordt voorge steld de nieuwe bouwerordening in de openbare raadsvergadering van 30 Sept 1936 niet vast te stellen, doch dit eerst te doen nadat de belangstellende in woners hiervan in ruime mate in de gelegenheid zijn geweest volledig kennis te nemen en hunne bezwaren eventueel schriftelijk aan den gemeenteraad hebben kun nen inzenden. Haar aanleiding van de aanbieding der verordening moet de Raad zich wel bewust zijn wat hij beslist. Het is van het grootste belang dat belangstel lenden kennis kunnen nemen van de verordening, opdat vo'or de vaststelling door den Raad gebruik kan worden gemaakt van op- of aanmerkingen der belangstellenden. Tenslotte meent Spreker dat in deze verordening bepalingen voorkomen, welke niet in harmonie zijn met de verordening, welke tegelijk met het uitbreidings plan in November 1935 is vastgesteld. De heer Nooder is van oordeel dat de kranten, die een exemplaar der veror dening gehad hebben, de verordening ter kennis haddon kunnen brengen van de in woners.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 318