30 September 1936 160.
woners. De ontwerpen van de strafverordeningen zijn in den regel gespeend aan
verordeningen uit andere gem-enten. Zoo is dat hier ook met de bouwverordening
het geval. Spreker wijst er voorts op dat de leden der Commissie voor de Straf
verordeningen geen juristen zijn, en lat Spreker als lid van den Raad geen be
merkingen tegen de verordening heeft ingediend komt doordat hij zijn oor te
luisteren heeft gelegd bij een deskundige, die Spreker medegeucold heeft dat de
ze bouwverordening een heel goede verordening is. Spreker legt zich dus bij dit
deskundig advies neer.
De heer Hilhorst steunt het voorstel van den heer Endendijk. Er zijn wel
iswaar geen schriftelijke opmerkingen ingediend, doch de zaak is te ernstig om
„oo maar af te doen. Spreker acht het wenschelijk dat de verordening eerst nog
eens door de Commissie Openbare Werken wordt bekaken.
De Voorzitter constateert dat thans twee gezichtspunten aan de orde komen.
Eerst is een voorstel ingediend om de behandeling van de verordening uit te
stellen, hetgeen Spreker zeer betreurt. En voorts ligt er nog een voorstel om
belangstellende inwoners in de gelegenheid te stellen opmerkingen in te dienen.
Laatstbedoelde aangelegenheid is ook besproken in de vergadering der Commissie
voor de Strafverordeningen en toen hebben de heeren er genoegen mede genomen
dat de bouwverordening naar de pers ging, die dan voor publicatie kon zorgdragen.
Men wilde aanvankelijk de beoordeeling der bouwverordening brengen bij de bouw
ondernemers en anderen, waarop Spreker heeft gezegd dat men dien weg niet kon
opgaan. Hier is nog geen referendum. De leden zijn er toen mee accoord gegaan,
dat de verordening aan de pers werd verstrekt, welke verstrekking éen week vroe
ger heeft plaats gehad dan van de overige raadsstukken. Het laten kennis nemen
van de bouwverordening door belangstellenden en het gelegenheid doen geven tot
indiening van schriftelijke bezwaren acht Spreker in strijd met de wet, en wan
neer de Raad tot aanneming van het door den heer Thijssen overhandigde voorstel
mocht besluiten, dan zal Spreker stellig overwegen het desbetreffende besluit
ter vernietiging voor te dragen, daar het z.i. voor vernietiging vatbaar is.
Nergens is een referendum voorgeschreven, en het ligt geenszins op den weg van
den Raad om de inwoners eerst te vragen of zij zich met den inhoud dor verorde
ning kunnen vereenigen.
Wethouder Gasille merkt op dat in artikel 197 der Gemeentewet niet is om
schreven dat de Bouwverordening door de Commissie voor de Strafverordeningen
moet worden ontworpen.
De heer Thijssen zegt dat dit in de Woningwet met verwijzing naar art.197
der Gemeentewet is geregeld. Het gaat bij Spreker om het feit dat de Commissie
de verordening niet ontworpen heeft. De verordening werd op 19 Juni j.1. met
een begeleidend schrijven aan de raadsleden toegezonden en de Commissie wist
toen niets van die verordening af. Spreker zou het bij aanneming van zijn voor
stel wel aardig vinden wanneer de Voorzitter de hulp van de Kroon zou inroepen
om vernietiging te verkrijgen van het besluit om de verordening eerst te doen
vaststellen nadat de belangstellende inwoners in ruime mate gelegenheid werd
gegeven volledig kennis te nomen van de verordening, teneinde daartegen schrif
telijke bezwaren bij den Raad te kunnen indienen. Spreker is het in dit opzicht
niet met den Voorzitter eens.
Wethouder Gasille wijst er op dat de verordening reeds drie maanden gele
den aan de leden werd toegezonden, en dat de pers onlangs ook een exemplaar der
verordening heeft ontvangen ter publicatie. Men kan niet zeggen dat B.ija de
verordening er willen doorjagen.
De Voorzitter zegt dat de bouwverordening geconcipieerd is bij Gemeente
werken en dat zij na toezending aan de raadsleden in de vergadering der Commis
sie voor de Strafverordeningen is behandeld. Zlij is nimmer in de vergadering vön
B.en W. behandeld. B.en W. hebben alleen in hun begeleidend schrijven gezegd
dat het de bedoeling is deze verordening in de vergadering van den Raad voor te