29 Januari 1936 17.
braakliggenden gemeentegrond voor het verhouwen van aardappelen, deelen B.en W,
hij schrijven dd. 22 Jan.1936, no.3985 mede, dat door verschillende personen -
thans voor het jaar 1936 - wederom om in gebruikgeving van grond is verzocht,
terwijl tevens verstrekking van pootgoed en kunstmest is gevraagd# Kaar aanlei
ding dezer verzoeken stellen B.en voor hun College te machtigen aan de arm
ste en grootste gezinnen ook voor dit jaar een stuk braakliggenden grond, zoo
mogelijk ter grootte van 4 Are per gezin beschikbaar te stellen, terwijl zij
voorts verzoeken hen te machtigen, zich met het Burgerlijk Armbestuur in verbin
ding te stellen vcor de verstrekking van pootgoed en kunstmest.
Wethouder de Bruijn deelt mede dat nu reeds 165 aanvragen zijn ingekomen
om land voor verhouw van aardappelen. B.en W. wilden per gezin 4 Are in plaats
van 3 Are uitgeven, doch vanuit Den Haag worden daartegen hezwaren gemaakt.
Spreker adviseert derhalve te besluiten om 3 Are beschikbaar te stellen aan de
armste en grootste gezinnen. In verband met de vele aanvragen, wil Spreker ad
vies vragen aan de drie samenwerkende organisaties, daar alle aanvragen niet in
gewilligd kunnen worden. Er moet dus wel onderscheid in de aanvragen gemaakt
worden, en de grond moet beschikbaar gesteld worden aan hen, die daarvoor het
meest in aanmerking komen. Spreker vraagt hierbij steun van de heeren de Kies
en Zijlstra.
Wethouder Gasille wijst er op dat onder de aanvragers ook veel ongeorgani
seerden zullen zijn, waarmede rekening dient te worden gehouden
Wethouder de Bruijn zegt dat hierop gelet zal worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van B.en V/. tot kos-
telooze beschikbaarstelling van braakliggenden gemeentegrond voor het verbouwen
van aardappelen, geamendeerd door Wethouder de Bruijn, aangenomen.
Met betrekking tot de besluiten suh a. en b. merkt de heer Thijssen op dat
naar bezuiniging gestreefd moet worden en wel voor zoover betreft de opmetings-
en overdrachtskosten. De hierbedoelde aangelegenheden dienen van gemeentewege
verricht te worden. Spreker stelt voor de akte van aanvaarding in tweevoud door
de gemeente te doen opmaken en niet door den notaris.
De Voorzitter zegt dat B.en W. dit in overweging zullen nemen. Spreker wil
echter opmerken, dat hij er niet aan denkt om zelf een houtverkooping te houden.
Een Burgemeester eener gemeente van ruim 16000 zielen heeft waarlijk wel belang
rijker werk te verrichten.
De heer Endendijk bespreekt nog de kwestie uitgifte van tuintjes voor jeug
dige werkloozen, en vraagt een uitspraak van B.en W. of op dezelfde wijze van
het vorig jaar kan worden voortgegaan. Een en ander moet gebeuren via de Commis
sie voor Jeugd-werkloozen, Spoedige behandeling dezer zaak is noodig.
De heer Stroband verwijst naar het in de vergadering van 20 Nov.j.1. ge
sprokene omtrent het houden van openbare verkoopingen. Een der leden heeft in
die vergadering gezegd dat het de bedoeling- is, dat de openbare verkoopingen
door den Burgemeester worden gehouden en niet meer door den Notaris, waardoor
een kostenbesparing kan worden verkregen. De Burgemeester heeft in die vergade
ring gezegd dat hij mot dien wensch rekening zal houden. Wanneer de Voorzitter
meent niet overeenkomstig dien wensch te moeten handelen, dan verwacht de Raad
daaromtrent bericht. De Voorzitter dient zich aan zijn toezegging te houden.
De heer Thijssen is ook van oordeel dat de Voorzitter de openbare verkoo
pingen dient te houden. Het is de bedoeling dat de gemeente de procenten, die
anders door den Notaris worden genoten, in haar eigen brandkast houdt. De Voor
zitter behoeft niet als afslager op te treden; hij woont de verkooping alleen
bij en het werk kan door de ambtenaren verricht worden.
De heer Hilhorst is er tegen dat dit werk door den Voorzitter en dure amb
tenaren plaats heeft; de Notaris dient met die werkzaamheden belast te worden.
De besluiten sub a. en b. worden hierna zonder hoofdelijke stemming vastge
steld (nrs.4308 en 4309).
De heer de Nies dankt Wethouder de Bruijn hierna voor al hetgeen door de
zen