19 October 1936 178.
voor bovenbedoeld adres voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Thijssen merkt op dat ook dit adres uitvoerig in do vergadering
der Financieele Commissie is bespraken. Met het eerste punt kan aij zich veree
nigen, doch met het tweede gedeelte van het adres is zij het minder eens. Zij
meent dan ook zoo maar niet te moeten rusten bij het voorstel van B,en W, In
het voorstel van B.en W, staat dat de gemeentehuishouding met gepaste zuinigheid
wordt gevoerd, doch Spreker is het hiermede niet eens, In het adres der vereeni-
ging wordt aangedrongen op sterke bezuiniging, welke ook naar Sprekers meening
doorgevoerd moet worden. De persoon van den heer Duin wordt door B.en W. naar
voren geschoven, doch Spreker wil er de aandacht op vestigen, dat dit adres is
ingediend namens 11 vereenigingen, die 100-tallen ingezetenen vertegenwoordigen.
Alzoo is dit adres van veel belang. Al deze ingezetenen zijn van oordeel, dat
op de gemeentehuishouding bezuinigd moet worden. Deze actieve ingezetenen hebben
een openbare vergadering gehouden, waarbij verschillende raadsleden zijn tegen
woordig geweest. Er moet. bezuinigd worden, doch hier in onze gemeente wordt op
een eigenaardige wijze bezuinigd. Toen de heeren van de Yen, Stroband en Spre
ker onlangs bezig waren de gemeenterekening na te kijken, kwam op een zeker mo
ment te lOg- uur een der typistes de Commissiekamer binnen om koffie te brengen.
Deze typiste moest daarvoor dus van haar werk worden gehaald. Een dergelijke
handeling komt Spreker niet juist voor. Voorts wordt het publiek meermalen gehol
pen door een der hoofdambtenaren, hetgeen ook niet juist is. De Raad heeft des
tijds met bijna algemeene stemmen het verzoek gedaan aan B.en W. om A.Groot als
hulpbode te handhaven, doch het College van B.en is daarop niet ingegaan, om
dat het ontslag van dezen hulpbode als een bezuiniging werd uitgespeeld. Men
ziet evenwel dat een hulpbode in deze gemeente op zijn plaats is. Zulks blijkt
ook in deze raadsvergadering. Het gaat niet aan dat de diensten, welke vroeger
door den hulpbode werden verricht, thans moeten worden gedaan door duur betaalde
krachten. Het is noodzakelijk dat op de juiste wijze bezuinigd wordt en de
adresseerende vereenigingen geven een weg tot bezuiniging aan. In de vergadering
der Financieele Commissie is gesproken over de aanstelling van een bezuiniging»»
inspecteur, terwijl voorts de aandacht werd gevestigd op den aooountant van het
Vcrifiaatiebureau der Vereeniging van Nederlandsohe Gemeenten. Nogmaals zegt
Spreker dat er bezuinigd moet worden. De geheele gemeente wenscht zulks. Spre
ker wil de adresseerende vereenigingen laten weten dat bezuinigingen bij de Fi
nancieele Commissie in overweging zijn an dat aan deze zaak ernstig aandacht
wordt geschonken, Spreker acht het de heste oplossing, dat het gemeentebestuur
zich tot het gouvernement wendt mat verzoek een paar "bekwame ambtenaren naar
Soest te zenden om de geheele gemeentehuishouding te onderzoeken teneinde na te
gaan of het voeren van een economische huishouding ook mogelijk is. In het afge-
loopen jaar is dezelfde werkwijze van vroeger vrijwel gevolgd. Door eenige leden
werd bij den aanvang der nieuwe zittingsperiode van den Raad aangedrongen op een
vita-nova (nieuw leven), doch men bouwt maar wc-er op 't oude door. Spreker wil
adressanten in 't openbaar dankzeggen voor hun wenken, en verzoekt B.en met
klem onder goedkeuring van den Raad die maatregelen te nemen, welke zij dienstig
achten.
Wethouder Gasille wijst er op dat de heer Thijssen veel woorden heeft ge
bruikt, doch dat door den heer Thijssen juist de werkelijke bezuinigingsvoor
stellen van B.en werden bestreden, '/orschillende bezuinigingsvoorstellen van
B.en werden door den Raad niet aanvaard. Een hulpbode heeft men hier niet ge
regeld noodig, en wanneer de bode nu eens met verlof of ziek is, dan moet men
zich. behelpen. Zulks moet men juist prijzen. Wanneer de Raad wil bezuinigen,
dan moet men met voorstellen komen. Aan groote woorden heeft men niets. Spreker
betreurt het dat B.en met hunne tot dusver voorgestelde bezuinigingen niet de
medewerking van den Raad hebben.
De heer Endendijk is van meening dat de geheele Raad. wel een redelijke be~
zuiniging