30 November IS36 204»
uit te betalen, welk advies pertinent door B.en 'J. is afgewezen. De voorstellers
hebben alleen gesproken over uitbetaling van de ingehouden twee kwartjes, en
het betreft dus geenszins een toekenning van steun met terugwerkende kracht.
Het is alleszins rechtvaardig dat de onthouden steun wordt uitgekeerd. Spreker
moet uit het antwoord van B.en '7, blijven concludeeren dat de Minister niet in
kennis is gesteld met het raadsbesluit. Spreker vindt het jammer dat het ant
woord van B.en 77. niet voldoet.
De Voorzitter is van oordeel dat, wanne er steun ingehouden is en deze in
gehouden steun later weer wordt uitgekeerd, zulks met terugwerkende kracht ge
schiedt. Spreker kan de zaak niet anders inzien.
De heer Helmus merkt op dat da Minister nooit goedgevonden heeft dat de
steun met twee kwartjes werd verminderd. Het orgaan heeft zonder raadpleging' met
en toestemming van den Minister bedoelde steunvermindering aangebracht. Spreker
gaat ook niet accoord met het antwoord van B.en In de desbetreffende voor
schriften is uitdrukkelijk voorgeschreven dat het Orgaan niet bevoegd is zonder
machtiging van den Linister van Sociale Zaken wijziging te brengen in de bepa
lingen der steunregeling.
Wethouder Gasille wijst er op dat het steunbedrag in sommige gevallen een
wijziging had ondergaan, doch dat de steunregeling zelve niet gewijzigd is.
De heer Nooder is van meening dat het Orgaan eigenhandig h^eft gehandeld.
De heer van Breukelen zegt dat hetOrgaan een onbevoegde daad heeft gedaan,
Volgens de circulaire van den i.inister van Sociale Zaken van 15 Sept. 1933 is
het Orgaan niet bevoegd wijziging te brengen in de Steunregeling, tenzij met
machtiging van den minister. Het Orgaan heeft naar Sprekers meening een onrecht
matige daad verricht.
7/ethouder Gasille zegt dat de Minister wel degelijk met alles op de hoogte
is.
De heer Nooder stelt voor dat de Raad in beroep gaat bij do Kroon tegen
de handelingen van het Orgaan.
De heer Thijssen nmrkt op dat de heer Nooder voorstelt in beroep te gaan
bij de Kroon, Dit moet dan geschieden in dier voege, dat verzocht wordt het
desbetreffend besluit van B.en "7. te vernietigen. Volgens de circulaire van den
Minister van Sociale Zaken ia het Orgaan "Burgemeester en .ïethouders" tenzij do-
ze ae zaak onder hunne verantwoordelijkheid in handen geven van de Arbeidsbeurs of
het bureau van I/Lat schappelijk Hulpbetoon. Naar Sprekers meening behoort er in
deze gemeente een advies-commissie te zijn, waarvoor B.en 77. echter niets ge
voelen. In genoemde Ministerieele circulaire wordt gezegd dat in gemeenten met
een belangrijk aantal ondersteunden het Orgaan wordt bijgestaan door een Com
missie van Advies, waarin zitting hebben vertegenwoordigers van 77erkgevers en
van de arbeidsorganisaties. Het beginsel, dat hier veel ondersteunden zijn, is
roods aanvaard door de aanstelling van een controleur. Spreker adviseert voorts
nog te besluiten om aan den Minister een schrijven te richten, mot verzoek aan
B.en 77. een practische wenk en bovendien een opdracht te verleenen om het Or
gaan te doen bijstaan door een advies-commissie.
De Voorzitter zegt dat wanneer de Raad in beroep wil gaan, de redactie van
het beroepschrift ook door den Raad zal moeten worden samengesteld, daar B.en
77. zulks uit den aard der zaak niet kunnen doen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten bij de Kroon in beroep
te gaan overeenkomstig de in de vergadering gedane voorstellen.
De Voorzitter wijst de hoeren van Breukelen, Helmus en Hom aan tot Commis
sie van redactie van het beroepschrift.
De heer Endendijk wil met deze zaak even wachten totdat zijn interpellatie
is gehouden.
De Voorzitter zegt dat de Raad te dezer zake reeds een besluit genomen
heeft.