30 November 1936 205. De heer Hom vr .agt tenslotte nog of destijds het besluit tot verlaging van den steun met f.0,50 door B.en V. met eenparigheid van stemmen is genomen, daar Uit de uitlatingen van elk der 'Jethouders is gebleken dat men elkaar de schuld geeft De Voorzitter zegt dat het besluit eenstemmig was. De heer van de Ven wil nog iets in het midden brengen omtrent het antwoord van B.en 77, op zijn verzoek om- mededeeling van het resultaat van het schrijven van J.Westerveld en A.v.d.Pol, inhoudende een klacht, dat hun verdiensten in de werkverschaffing ver beneden den rijkssteun zijn gebleven. B.en W. zeggen dat deze verdiensten door eigen schuld in de eerste weken laag zijn geweest. Spre ker vr a t of hier werkelijk wel sprake is van eigen schuld. Een nadere toelich ting zou Spreker gaarne ontvangen, daar de betrokkenen over 't algemeen goed gewerkt moeten hebben. 'Jethouder Gasille ze-at dat deze personen de eerste twee weken geslabakt hebben. De 3e week hebben zij normaal gewerkt en de 4e en 5e week goed. Er wordt gewerkt onder leiding van het Staatsboschbeheer en van dit lichaam ont vangen B.en J. de noodige gegevens. De hoer van de Ven zegt dat hem het antwoord van B.en W. vaag voorkomt. De hoer Helmus is van meening dat de menschen minder hebben verdiend dan het bedrag, hetwelk zij als steun zouden hebben ontvangen. Spreker betoogt dat het antwoord van B.en op de vraag van den heer van de Ven niet juist is en dat het Orgaan zich op een zwak standpunt plaatst. Het heeft aan het werk gele gen dat zij niet voldoende konden prestoeren? zij hebben tijdens de warmte moeilijk werk moeten verrichten. Voorts konden zij niet voldoende arbeid leve ren door zwakte na de steunverleening. Het bedrag ad f.2,50 als extra uitkeo- ring ter gelegenheid van de verloving van Prinses Juliana was ook nog begrepen onder hunne verdiensten. Het antwoord van B.en Y7. bevredigt Spreker niet. De Voorzitter dringt er met klem op aan dergelijke aangelegenheden te be spreken in de vergadering der Werkverschaffingscommissie, Deze dingen behooren niet in een raadsvergadering te worden besproken. De heer Helmus zegt dat de betrokkenen een onderhoud hebben aangevraagd bij de Werkverschaffingscommissiedoch hieraan werd geen gehoor gegeven. Y/ethouder Gasille zegt nogmaals dat het Staatsboschbeheer de gegevens ver strekt en dat het toch niet aangaat om in een vergadering der Commissie het Staatsboschbeheer te stellen tegenover de betrokkenen. Do hoer Thijsson wenscht nog iets te zeggen omtrent de beantwoording van B.en 77. van de vragen, gesteld in de raadsvergadering van 31 Juli j.1. Bedoel de beantwoording kon in vorige vergaderingen niet meer behandeld worden. De Voorzitter dekLt naar aanleiding hiervan mede dat deze beantwoording alsnog als punt van behandeling zal worden geplaatst op de agenda van de verga dering van 9 December a.s. Ook zou de heer fhijssen den Daad een voorstel om trent de door hem bedoelde aangelegenheid kunnen doen. 225. STEUNVERLEENING De Voorzitter stelt alsnu aan de orde het verzoek van den heer Endendijk tot hot stellen van eenióe vragen aan het Orgaan omtrent de toepassing van de Ministerieele voorschriften bij do Steunverleening. Volgens het schrijven van den heer Endendijk wordt gevraagd of het geen aanbeveling zou verdienen om bij de toepassing der Ministerieele voorschriften in sommige gevallen, waarvan de noodzakelijkheid na ernstig onderzoek is gebleken, niet alleen rekening te hou den met de letter, maar ook met don geest dier voorschriften. Ter toelichting dezer vraag wordt, erkennende de moeilijkheid dor steunregeling, gezien do meer malen voorgekomen poging tot misleiding, een ernstig onderzoek (controle) nood zakelijk geacht. Mocht echter dat onderzoek aantoonen, dat geen misleiding, maar soms gezinsnood aanwezig is, dan komt hot den heer Endendijk wenschelijk voor, dat niet de letterlijke toepassing dier voorschriften belemmerd moet wor den

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 410