9 December 1936220.
treffen. De heer Luider werd toen genegeerd en beleedigd. Er is sabotage ge
pleegd door personen van het onderhebbend personeel van den heer Meurs,' en
B,en W> hadden tot schorsing van die personen moeten overgaan. Het staat bij
Spreker vast dat de heer Meurs geen oorzaak is geweest van alle nhsèrë xbij
Gemeentewerken. Er is gesaboteerd en dit werd gesanctionneerd door B.en
<Hoe is het mogelijk dat een gemeente als Soest net zijn groot bezit -nu in den
put zit. Naar Sprekers meening is het College van B.en daarvan >üe oorzaak.
De Raad was daaraan echter ook niet geheel onschuldig, Toen de S'.D.A.P, raads
leden aandrongen op de invoering van de rijksregeling der werkverschaffing en
steunverleening, hebben B,en daarin tegengewerktDe Raad lag zich, met
uitzondering van de 2 S.D.A.P.leden, neer bij het standpunt van B.en het
geen tot schade der gemeente is geweest. Toen in 1933 en 1934 d-e reorganisa
tie van Gemeentewerken ter sprake kwam, bestond deze ten slotte alleen uit de
benoeming van een Directeur. Men dacht dat men er dan zou zijn. Spreker zei
toen bij de benoeming van den nieuwen Directeur, dat de heer van Vliet aan
Openbare Werken is dood gegaan, dat de heer Meurs kapot zou gaan en dat de
nieuwe Directeur ook kapot zal gaan. Deze woorden van Spreker zijn al vrijwel
uitgekomen. Door B.en is het prestige van den Directeur omgedraaid. De
heer Iburg was destijds een booze geest in de gemeentel deze wist alles, ook
ten aanzien van het Natuurbad, zoo beweerd werd. Doch een dergelijke toestand
kwam doordat het College van B.en W. niet krachtig genoeg was. Het systeem
van den heer Iburg om tegen den stroom op te roeien heeft men niet kunnen hou
den en de heer Iburg is uit de gemeente vertrokken. Nu is men in een ander
stadium gekomen. De Scester Bouwkring wil n.1. bezuinigen en heeft een open
bare vergadering in de "Boschvijver" belegd, alwaar zich verschillende leden
door toezegging van bezuiniging vastgelegd hebben. Er moest bezuinigd werden
volgens deze leden,hetgeen echter niet mogelijk blijkt te zijn. De Directeur,
die destijds een reorganisatie heeft uitgebracht, heeft een nieuw rapport moe
ten opstellen. Dit blijkt uit den aanhef van zijn tweede rapport, luidende
als volgt; "Door den heer "Wethouder van Gemeentewerken en den heer Secretaris
werd mij mondeling namens Uw College verzocht opnieuw een rapport samen te
stellen omtrent de organisatie van den dienst der gemeentewerken, Het zal Uw
College duidelijk zijn, dat deze opdracht door mij met zeer gemengde gevoe
lens werd aanvaard. Bij vorige voorstellen omtrent dit zooveel (m.streden onder
werp en de daarover gevoerde besprekingen met Uw College is ten duidelijkste
gebleken, dat juist die onderhandelingen hebben geleid tot moeilijkheden bij
de definitieve samenstelling van het eindrapport. Aan een dergelijk rapport
valt het compromisachtig karakter ten eenenmale niet te ontzeggen en brengt
de verdediging daarvan bij andere regeeringsinstanties steeds in gevaar". De
Directeur heeft dus een compromis moeten doen naar aanleiding van de voorstel
len van B.en 7f. Hoe B.en W. den moed hebben deze voorstellen te doen, begrijpt
Spreker niet, daar men zoowel in den Haag als in Utrecht het beleid van B.en
W. wel kent. Men heeft in den Haag niet geëischt een bepaald aantal menschen
te ontslaan. Er is thans een Directeur als hoofd van dienst, en daarmede heeft
men voor zoover diens adviezen betreft geen rekening gehouden. Voorts zegt
Spreker dat men ook de Commissie Openbare 'werken had moeten hooren. Doch men
vond dit niet noodig, daar de zaak al in kannen en kruiken was. De Commissie
is genegeerd. Spreker wijst er op dat een groep ambtenaren, n.1, van Openbare
Werken, jaar en dag wordt achtervolgd met allerlei reorganisatieplannen, het
geen de belangen van den dienst niet anders dan kan schaden. De positie van de
ze menschen is al langen tijd zwevende geweest. Spreker zal echter zoo zacht
mogelijk in zijn oordeel zijn. De raadsleden hebben dezer dagen een uiteen
zetting van iemand vernomen en naar aanleiding daarvan wil Spreker bij wijze
van compromis nog trachten te redden wat er te redden is. De gemeente Soest
zal straks een soort residentie zijn voor het Kroonprinselijk paar, en dan is
het