12 Mei 193761, drag is uitgetrokken van f.783,75s terwijl deze ambtenaar weggereorganiseerd is. Spreker kan zich niet met dit bedrag vereenigen. De Voorzitter zet uiteen dat er het vorig jaar een klerk-teekenaar op arbeidscontract was. Aangezien B.en W, nog niet vóór 1 Dec.1936 wisten hoe het met het reorganisatieplan zou gaan, werd de arbeidsovereenkomst met den bedoelden persoon alvast voor 1 Dec.1936 opgezegd. Dit staat geheel buiten de betrekking van klerk-teekenaar, welke bij het reorganisatievoorstel in de bezetting van het personeel is opgenomen, De heer Nooder wijst er op dat aan deze begrootingswijziging een geschie denis vastzit, v/elke hij niet van deze begrootingswijziging kan losmaken. Spreker, die zich in de vergadering der Financieele Commissie tegen dit voor stel heeft verklaard, vestigt de aandacht op de grondslagen, welko geleid hebben tot deze reorganisatie, en welke grondslagen van verre strekking zijn geweest. Spreker brengt hierbij in herinnering de besprekingen, welke des tijds omtrent Gemeentewerken in eon openbare vergadering in de gemeente zijn gehouden, en waarbij man aandrong op reorganisatie. Hierbij werd zelfs als voorbeeld genomen do reorganisatie te Rotterdam. Do K.D.P. heeft ook getracht de reorganisatie naar voren to brcngeni zij heeft zich vastgelegd en komt nu met de kour; op het hoofd. Later komt zij tot de ontdekking dat zij blinde lings een beslissing heeft genomen. Do zaak bij Gemeentewerken is absoluut ongezond en daarom is reeds in de vorige vergadering oen voorstel tot horrc- organisatio gedaan. Do gebeurtenissen van de laatste dagen hebben doen blij ken, dat de reorganisatie uit don boozo moest zijn geweest. Spreker hoeft vo'ór zich eon rapport van 13 Juli 1936 van den Directeur van Gemeentewerken en daarin loost men, dat den Directeur door 'Jethouder de Bruijn en den Secre taris is verzocht "opnieuw" oen rapport tot reorganisatie samen to stollen. Dit zegt genoeg. Sr is dezer dagen oen vergadering van de Commissie Openbare Werken geweest, en niettegenstaande alle rapporten van den Directeur, - welke du leden alle niet eens gezien hebben - en welke rapporten afwijken van het reorganisatieplan van B.en W.heeft de Directeur in die vergadering gezegd, dat hij nu volkomen accoord gaat met de reorganisatie, en waaromtrent een rapport aanwezig is. Spreker heeft altijd den Directeur van Gemeentewerken gesteund, maar nu is hem geblo-ken, dat de Directeur een kneedbare figuur is, die naar de pijpen van B.en .7, danst cn geen zelfstandig oordeel heeft. Er zijn nu roeds drie verschillende rapporten van den Dircctour, die telkens een gewijzigd inzicht betreffende de reorganisatie inhouden. De zaak hij Ge meentewerken gaat niet goed, cn de Raad zal voorzichtig zijn moeten in hot nemen van beslissingon. Er dreigt volgens Spreker oen groot gevaar bij Ge meentewerken. Sprekor hoeft nog -en voorstel, dat hij eventueel zal indienen vóórdat hot besluit tot begrootingswijziging in stemming gebracht wordt. De Voorzitter verzoekt dun heer Nooder dergelijke dingen niet in hot openbaar te zeggen, daar de betrokkene zelf niet aanwezig is en zich hier derhalve niet kan verdedigen. De heer van Breukclon wil naar aanleiding van het gezegde van don heer Nooder, dat de K.D.P'ers vóór de reorganisatie waren, ook wat zoggen. Spre kor, die de consequentie van oen en ander durft te '.anvaarden, vindt het op merkelijk, dat de hoeren Nooder en Hilhorst steeds schreeuwden om een reor ganisatieplan. De heer Nooder heeft destijds beweerd, dat de menschen van hoog tot laag er bij Gemeentewerken uit moesten. Do K.D.P. hooft zich niets te verwijten in dit opzicht. De heer Nooder zegt dat het gezegde van den heer van Breukelen oen insi nuatie is, welke niet bewezen kan worden. De heer Phijssen zegt dat hij in de vergadering der Financieele Commis sie gewezen heeft op het voorstel tot het toestaan van een crediet voor aan stelling van eon klerk-teokonaar met toekenning eonor verhooging. Spreker vindt zulks onjuist en wil de proef op de som zetten door do begrootingswij-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 122