12 Mei 1937 62.
ziging af te stemmen, met uitzondering van de credieten, bestemd voor de
wachtgelden en uitkeeringen. Spreker meent dat de heer Nooder teveel aan de
verkiezingen denkt. De meening van den Voorzitter acht Spreker niet juist,
en Spreker acht zijn meening de juiste. Spreker heeft met zijn politieke
vrienden v<5<5r de reorganisatie gestemd, omdat zij toen de overtuiging hadden
dat ze het volle vertrouwen in B.en W. moesten schenken. Dat vertrouwen is
thans geschaad. Spreker stelt dus voor de begrootingswijziging met uitzonde
ring van de wachtgelden en uitkeeringen, af te stemmen en het oordeel van
Gedeputeerde Staten af te wachten.
De Voorzitter wijst er op dat aanneming der begrootingswijziging nood
zakelijk is. Deze moet zoo snel mogelijk bij Gedeputeerde Staten worden in
gediend. Op 30 April j.1. werden door B.en W, de wachtgelden nog uitbetaald
over die maand, alhoewel er geen crediet was. Deze uitbetaling heeft plaats
gehad om geen schade voor de gemeente te veroorzaken. De gemeente kan voor
bedoelde uitbetaling aangesproken worden, en ter besparing van kosten dient
de begrootingswijziging aanvaard te worden.
De heer Hilhorst merkt op dat in elke vergadering der Commissie Openba
re 'Werken de reorganisatie-voorstellen werden verworpen. Door de hij meerder
heid van stemmen aangenomen reorganisatie zijn 5 gezinnen broodeloos gemaakt.
Spreker heeft geen vertrouwen in het beleid. Voorts zegt Spreker, dat hij in
de vergadering der Commissie Openbare 'Verken inlichtingen heeft gevraagd om
trent de besteding van het door den Raad toegestane crediet ad f.1000,voor
het vervaardigen van een tweede exemplaar van het uitbreidingsplan. In een
der vorige vergaderingen van den Raad heeft de Voorzitter gezegd, dat een der
teekenaars van dat plan een enkele maal ander werk heeft verricht, doch in
de vergadering der Commissie is Spreker gebleken, dat door de drie teekenaars
gezamenlijk 614 uur ander werk is verricht. Spreker heeft toen gevraagd uit
welken post die uurloonen worden bestreden, waarop de Directeur heeft gezegd
dat, wanneer er legesgelden binnenkwamen, daarvoor weer gewerkt kon worden.
Spreker begrijpt zulks niet, daar men toch de legesgelden niet kan aantasten
voor uitbetaling van loonen. Spreker verzoekt hieromtrent inlichtingen.
Voorts zegt Spreker, dat toch voldoende is gebleken, dat gedurende 3 volle
maanden een volle kracht noodig was, omdat anders de 3 teekenaars geen ander
werk dan voor het uitbreidingsplan behoefden te verrichten. Spreker is dus
huiverig om crediet te verleenen, daar de Raad volgens Spreker, in een vori
ge vergadering is misleid.
De Voorzitter zegt dat de legesgelden niet gebruikt worden voor uitbeta
ling van loonen. Zulks is onmogelijk. Spreker heeft een lijst van uren, ge
durende v/elke door de teekenaars ander werk is verricht. Deze ureh worden
niet op rekening gezet van het uitbreidingsplan, doch komen ten laste van de
betrokken volgnummers der begrooting. Spreker schenkt hieraan zijn volle aan
dacht.
De heer Hilhorst vestigt er andermaal de aandacht op, dat toch eigenlijk
gedurende drie maanden werk is vei-richt door een lossen kracht.
De Voorzitter zegt nogmaals dat al die uren worden uitgezocht.
De heer Hilhorst vindt het zeer eigenaardig, dat de Directeur dacht dat
die uurloonen betaald konden worden uit de legesgelden.
De heer Ihijssen wil daarover ook nog spreken.
De Voorzitter zogt dit niet te kunnen toestaan, als zijnde niet aan. de
orde. Spreker wenscht hierna de begrootingswijziging no.2l/541 mot hot daarin
opgenomen voorstel in stemming te brengen.
Tot bedoelde stemming wordt overgegaan.
De heeren Hilhorst, Hom en van den Berg verlaten de zaal tijdens dezo
stemming.
De begrootingswijziging wordt vervolgens met 6 tegen 5 stemmen aangeno
men, Tegen stemden de heeren Ihijssen, van Breukelen, van de Ven, Helmus en
Dooder