12 Mei 1957 76.
Wethouder de Bruijn weet er niets van dat de gemeente beboet is. Het
schoonmaken en ophalen van slooten zal een onderdeel vormen van het in werk
verschaffing uit te voeren plan tot verbetering van wegen en bennen.
De heer van Breukelen verzoekt voorts aandacht te schenken aan den put
op den hoek Krommeweg - Hartweg - Koninginnelaan. Deze put lijdt aan chroni
sche verstopping, waardoor het overtollige water niet kan wegvloeien.
Wethouder de Bruijn zegt dat het aanbrengen van een rioleering ter
plaatse is opgenomen in het nieuwe plan, dat binnenkort in behandeling zal
komen. Alsdan zal aan het bezvraar van den heer van Breukelen tegemoet worden
gekomen.
De heer van Breukelen verzoekt tenslotte verbetering van den Maatweg.
Wethouder de Bruijn deelt mede, dat de sintels voor de verharding van
dezen weg reeds zijn aangekocht en dat de weg tijdig zal worden verhard.
De heer van de Yen vraagt voorts of het gemeentebestuur in beroep is
gegaan tegen de beslissing van den Raad, waarbij ontheffing is verleend ten
behoeve van den bouw van 4 woningen aan het Kerkpad, aangezien zulks met en
kele woorden in de desbetreffende raadsvergadering door den Voorzitter werd
medegedeeld.
De Voorzitter zegt dat geen beroep is ingesteld.
De heer van de Ven dringt dan op spoedige uitvoering van dat raadsbe
sluit aan.
Wethouder de Bruijn zegt dat bedoeld besluit wordt uitgevoerd. Het bouw
werk moet evenwel voldoen »an de eischen, welke de Bouwverordening stelt.
De heer van de Ven vraagt voorts hoe het staat met de plannen tot in
voering eener Centrale boekhouding, waartoe de Raad in zijne vergadering van
31 Juli 1936 in beginsel heeft besloten. Volgens een onlangs door B.en W,
gegeven antwoord, zou nog overleg gepleegd worden, waarna spoedig definitie
ve voorstellen zouden worden gedaan.
De Voorzitter zegt dat B.en W, steeds met deze aangelegenheid druk be
zig zijn geweest, doch dat de in den laatsten tijd plaats gehad hebbende ge
beurtenissen daarin eenige stagnatie hebben teweeggebracht. De eindrappor
ten zijn thans binnen en de eindvergadering met de betrokken personen moet
nog plaats hebben.
De heer van de Ven biedt hierna namens eenige leden B,en W, een voor
stel aan betreffende een mogelijke herreorganisatie bij Gemeentewerken, waar
over hij in de vergadering van 24 Maart j.1. gesproken heeft. Spreker over
handigt den Voorzitter dit voorstel.
De heer Nooder vraagt hoe het staat met de vergasser, welke op de groo-
te vrachtauto van Gemeentewerken zal worden aangebracht.
'Wethouder de Bruijn zegt dat die installatie nog niet geheel gereed is.
De heer Helmus vraagt of de werkzaamheden in de plantsoenen in werkver
schaffing worden uitgevoerd of dat hier sprake is van productief werk. Spre
ker heeft n.1. menschen in de plantsoenen zien werken, die tot de werkver
schaffing behooren.
Wethouder de Bruijn zegt dat de Sierteeltcentrale vele heesters ter be
schikking heeft gesteld, welke heesters spoedig geplant moesten worden. Be
doelde werkzaamheden worden geacht te behooren tot het boschplan en de uit
voering dier werkzaamheden in werkverschaffing is goedgevonden.
De heer Helmus wijst op de samenstelling van het Crisis-Comité, welke
z.i. niet juist is. Spreker verzoekt dit Comité te doen bestaan uit meer ver
tegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties. Als organisa
ties noemt Spreker o.a. de vereeniging van brandstoffenhandelaren en winke-
liersvereenigingen. Het is niet noodzakelijk en niet juist, dat een gepen-
sionneerd generaal zitting heeft in dat Comité. Voorts verzoekt Spreker de
bouwaanvragen voortaan zoo spoedig mogelijk te behandelen, aangezien door
stagnatie in de afdoening de werkloosheid wordt vergroot. Verder zegt Spre
ker