- 10 Februari 1957
De heer van do Ven acht een dergelijke regeling niet gewenscht. Zoo zijn
onlangs nog een paar volontairs in dienst genomen, waarvan de Raad onkundig was
totdat dezen een crediet werd gevraagd voor toekenning eener belooning. Op zoo'n
manier heeft de Raad niets meer-te zeggen omtrent benoemingen. Zulks is een on
juiste regeling.
Wethouder Gasille zegt dat het hier de toekeniing eener gratificatie betrof,
en geen regeling eener bezoldiging. Bedoelde gratificatie was al toegezegd tij
dens de ziekte van den heer Bossert.
De Voorzitter merkt nog op dat de benoeming van personeel ter secretarie
tot de competentie van B.en behoort.
De heer van de Ven zegt dat bedoelde gratificatie niet toegezegd is tijdens
de ziekte van den heer Bossert, doch in October of November van het vorige jaar.
"Wethouder Gasille zegt dat de toezegging reeds in Dec.1935 heeft plaats ge
had en wel aan den volontair van Hal. Ten aanzien van de werkzaamheden bij het
uitbreidingsplan zijn ook werkkrachten door B.en V. aangenomen.
De heer Nooder wijst er nog op dat destijds werkzaamheden aan de betrokken
afdeeling werden verricht door de heeren van Zutphen en Boerstra, die daarvoor
10% op hun steunuitkeering ontvingen. Later werd het volontairs-stelsel ingevoerd
omdat dit een bezuiniging was, waardoor de vakmenschen werden uitgesloten..Spre
ker is het met den heer fhijssen volkomen eens dat de Raad alle benöemingsbevoegd-
heden aan zich moet houden, daar dit College aan het hoofd der gemeente staat.
De heer Helmus is het er mee eens dat B.en V. niet de vrijheid moeten heb
ben om personeel aan te stollen.
De heer Thijssen wil nog even opmerken dat hij zich er onlangs tegen ver
klaarde om de zaak Vos door den Raad te doen behandelen omdat hij van meening
was dat de werklieden door B.en W. benoemd werden, zoodat in dat geval de Raad
niets met de kwestie Vos had te maken, Later is Spreker echter gebleken dat Vos
door den Raad benoemd was. Spreker, die zich afvraagt of het College van B.en W»
in miniatuur geen politiek lichaam is, wil de benoeming van het hulppersoneel
bij de arbeidsbeurs aan den Raad houden.
Het voorstel van den heer Thijssen om ook het hulppersoneel door den Raad
te doen benoemen wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 8 tegen 5
stemmen. Tegen stemden de hoeren Gasille, de Bruijn, Endendijk, Zijlstra en
Hornsveld.
Vervolgens wordt het voorstel van den heer Thijssen om de in 'art.4 her ver
ordening bedoelde instructies door den Raad te doen vaststellen in stemming ge
bracht en eveneens aangenomen mot 8 tegen 5 stemmen. Wederom stemden de heeren
Gasille, do Bruijn, Endendijk, Zijlstra en Hornsveld tegen.
De verordening wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
PERSONEEL (4e afd.no.IO64/32OO)
Voorstel tot benoeming van 2 onbezoldigde ambtenaren van den burgerlijken
stand
B.en W. deelen mede dat het in do practijk wegens voorgekomen ziektegeval
len wenschelijk is gebleken dat naast de tegenwoordige vier ambtenaren van den
burgerlijken stand nog twee onbezoldigde ambtenaren van den burgerlijken stand
worden aangesteld. Voor do benoeming dezer ambtenaren bieden B.en V/. de volgende
aanbevelingen aan:
1. J.A.Prinsen, bureel-ambtenaar ter secretarie.
W.van Veeron, adj.commies ter secretarie.
2. W.van Voeren, adj,commies ter secretarie.
J.Elberse, bureel-ambtenaar ter secretarie.
Tot stemming wordt overgegaan. Op verzoek van den Voorzitter fungeeren de
heeren Hornsveld en van den Berg als stemopnemers.
Bij do eerste stemming worden uitgebracht 10 stemmen op den heer -Prinsen
en 3 stemmen op den heor van Veeren, zoodat de heer J.A.Prinsen benoemd is.
Bij de volgende stemming worden uitgebracht 10 stemmen op den heer van Vee-
ren