6 October 1937l6l Helmus. De volksvrijheden; door den heer Helmus verdedigd, zouden den heer Nooder koud laten. De heer Endendijk wijst er op, dat .in de openbare vergadering is gezegd, dat aanvankelijk een fout is gepleegd door niet vroeger een partieel plan te doen vaststellen, Het zou een tweed_e fout zrjn, indien voor de Molenstraat geen partieel plan was vastgesteld, Spreker zegt vervolgens, dat Hun den ambtenaren niets kan verwijten. Zij hebben aan belanghebbenden precies de waarheid gezegd» Voorts zegt Spreker, dat hij ook niet wist om welke redenen de spoed eis chende raadsvergadering van 21 Sept.j.l. Vsrerd gehouden,, Spreker dacht dat er sprake was van een grondaankoop, en d_aarom ging hij informeer en ten Raadhuize of er ook stukken ter inzage lagen voor de leden der Commissie Grondbedrijf, die ook in spoedeischende vergadering bijeen was geroepen. Spreker kon echter geen inlichtingen verkrijgen. Spreker hoeft tijdens de behandeling dezer zaak deksels goed begrepen, dat die spoedeischende verga- flering nooflig was. Wanneer het voorstel van B,en bokend geworden was, dan was wellichx nog denzelfden dag oen bouwaanvrage ingekomen voor do ondorwer- polijkc terreinen, welke aanvrage dan ingewilligd moest worden. Naar aanlei ding van het gezegde van den heer ïhijssen, dat men raadsleden niet als moei lijke kinderen moet beschouwen, zou Spreker willen zeggon, lat hij zich nog zeer zacht heeft uitgesproken» Sprokor had nog wel heel andere dingen in de pen gehal. Het is volgens Spreker onverantwoordelijk van dio loden, om to handelen zooals thans geschied is. De heer ^tcobanfl- wijst or op, dat- in de Commissie-vergadering word ge vraagd of een bouwaanvrage moest worden ingewilligd wanneer deze des morgens was ingekomen. In de vergadering is toen medegedeeld, dat een dergelijke aanvrage dan niet meer was tegon te houden, Sprekor wijst er vervolgons op, dat oon gedeelte ven De Eng uit hot uitbreidingsplan is gelicht door Gede puteerde Staten, welk College bezwaren had om dat gedeelte in het uitbrei dingsplan te laten. Bet zwaard van Dainocles hangt dus boven iodcren belang hebbende bij hot bebouwen van de desbetreffende gronden. De beslissing van Gedeputeerde Staten onthief de bet rolkaan niet van hun gedachte om aan deze zaak aandacht te wijden. Dat de oogon niet open zijn gegaan was aanvankelijk een vermoedolijk voordeel voor de betrokkenen in verband met de oude bepalin gen der Bouwer ordening. Het had echter wel van eenig moer beleid getuigd van B.ch indien zij bij den verkoop der gronden uit den hoek waren ge komen. De heer Nooder zegt persoonlijk geimponeerd to zijn door de wijzo, waar op do Voorzitter do verschillende meeningen bestrijdt. Het verschil van in zicht tusschcn den heer Helmus en Spreker is een persoonlijke aangelegenheid on een interno zaak der fractie. Spreker hoopt dat het in don vervolge de goe de gewoonte van dor± Voorzitter zal zijn om niet op die manier door te gaan, zooals thans geschied is, De meeningen, welke in dezelfde fractie hoorschcn, behooren niet tegon elkander uitgespeeld te worden. Sprokor vindt het eon daad van wijs beleid, dat B.en nog tijdig hebban ingegrepen. Er dreigde onraadzulks stond vast. Spreker weet dat er gedachten hoorschen van per soonlijkon aard, doch zij, die deze gedachten hebben, moeten dan maar eens op do vlakte komen. De heer Thijsson constateert dat op aangename wijze met den Voorzitter gedebatteerd kan worden. De Voorzitter heeft voldoende laten uitkomen, dat hij zoo welwillend is om raad.slodon to ontvangen. Spreker waardeert dit, daar er in fl.it opzicht wol oens andere tijden zijn geweest, De raadsleden zullen zulks zeker in toepassing brengen. Spreker vestigt voorts nog de aandacht op art.625 van hot Burgerlijk Wetboek. Verder vraagt Spreker of do meoning van do spraakmakende gemeente juist is, dat het plan zou bestaan om do Mo lenstraat op oen broedte te brongen van 12 16 Meter. Spreker zegt dat dit z.i.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 322