2 December 1937 186.
De Voorzitter merkt op dat de heer Hom reeds gesproken heeft over een
tekort aan agenten.. Zulks is juist één van de voornaamste reden, dat B.en
K, met dit voorstel zijn gekomen. Zoo straks is door den heer Nooder gespro
ken over een cardinaal punt, doch het cardinale punt van deze aangelegenheid
is, dat een behoorlijk toezicht in deze uitgebreide geneente noodzakelijk
is, en dan komen alle andere argumenten in de tweede plaats. Spreker, die
voorts zegt geen bezwaar te hebben eenige mededeelingen te doen omtrent den
dienst der politie, merkt op, dat van de 14 agenten er twee gestationneerd
zullen worden te Soesterberg; voorts wordt 1 agent bestemd voor toezicht
enz. op speciale wetten, terwijl ook 1 agent bestemd zal worden voor recher
chewerk. Alzoo blijven er 10 agenten over, waarvan er 1 bestemd zal worden
'voor het invallen in geval van verlof aan of ziekte van de andere agenten.
Br zijn dus 9 agenten, die in 3 ploegen van 3 agenten verdeeld worden. Eén
van die 3 agenten moet in de wacht zijn, zoodat er geregeld slechts 2 agen
ten op straat kunnen zijn. Zulks is stellig niet te veel. Spreker zegt dat
hij agenten le klasse niet kan gebruiken, daar deze eigenlijk hetzelfde
werk zouden moeten verrichten van de gewone agenten. Spreker zegt dat het
voorstel van den heer Nooder mitsdien niet aanvaard moet worden, daar zulks
niet in het belang van de politie-organisatie is. De heer van den Berg
heeft er op gewezen, dat er geen promotie-kansen voor de agenten zijn. In
die bewering zit inderdaad iets, doch men moet weer niet schromelijk over
drijven. Spreker zegt dat agenten, die weg willen, ongelooflijk goed hun
best zullen doen, waardoor mon hier een politiecorps zal verkrijgen, dat
prima is. Do heer van klooster hoeft beweerd2 "Soest is Soest", doch Spre
ker weet niet goed wat hiermede bedoeld wordt. Spreker zegt dat, als hij
eens nagaat hoe in andere gemeente de politie-organisatie is geregeld, do
tooverformule "Soest is Soest" geen bezwaar zou zijn. Spreker kan den heer
Thijssen niet volgen, en begrijpt niet, dat de heer Thijssen met den hoer
Nooder in dit geval meegaat. Spreker kan verder uitstel van behandeling
niet toelaten. Hot is noodzakelijk dat thans een beslissing wordt genomen;
de voorgestelde bezetting bij de politie iB noodzakelijk en wanneer het
voorstel van B.en W. niet wordt aanvaard, zal Spreker in verband mot zijn
verantwoordelijkheid ais hoofd van politie moeten uitzien naar een ander
middel om te komen tot de door hem voorgestelde regeling. Spreker zegt den
heer Strohand dank voor diens ingenomen standpunt. Spreker wil er den heer
Nooder nog even op wijzen, dat hij niet heeft beweerd, dat de heer Nooder
zijn voorstel van te voren "schriftelijk" moest indienen. Spreker heeft al
leen bezwaar gemaakt, dat het voorstel van den heer Nooder van tevoren met
verschillende raadsleden zou zijn besproken. Spreker heeft altijd een advi-
seerende 3tem in de raadsvergaderingen, en die stem zou ontgaan bij de han
delwijze van den heer Nooder,. Spreker moet zich daartegen met klem verzet
ten. Voorts zegt Spreker, dat do heer Nooder geen enkel argument naar voren
heeft gebracht, hetwelk zou pleiten voor diens voorgestelde organisatie der
politie. Spreker zegt verder, dat hij zich niet kan indenken, dat de vroege
re regeling bij de politie geheel naar den zin van den heer Nooder was. Het
zou Spreker zeer spijten, indien zijn voorstel zou stranden op de wijze van
beihandeling der instelling van de functie van adjunct-inspecteur-titulair
welke vroeger, toen Spreker hier nog niet was, heeft plaats gehad. Spreker
zal thans tot stemming overgaan.
Het voorstel van den heer Nooder om het voorstel van B.en "fl, voor na
dere bespreking aan te houden, wordt niet ondersteund.
Het voorstel van B.en W. wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aange
nomen, evenals de desbetreffende verordening, no.2430, met aanteekening,
dat de heeren Nooder an Helmus geacht willen worden te hebben tegengestemd»
189. PERSONEEL. KEURINGSDIENST (4e afd.no.2212).
Voorstel