21 December 1937 211»
Hierbij komen tevens in behandeling de wijzigingen en aanvullingen in
de gemeentebegrooting, den leden medegedeeld bij nota's van wijziging dd,
6 en 15 December j.1. no.4800.
Ten aanzien van de navolgende posten wordt het woord gevoerdi
Vplgno.269. Schxi.ifloonen.
De heer Endendijk merkt op dat aan elk der twee krachten aan de afdee
ling Sociale Zaken slechts een salaris van f«500,wordt uitbetaald. Spre
ker vraagt of een dergelijke belooning niet te laag is. Spreker bepleit ver
hooging dezer belooning, In het antwoord van B.en W» op het afdeeling3ver-
slag wordt gesproken over den "achtergrond" dezer belooning, Wordt hiermede
den Haag bedoeld?
De Voorzitter zegt dat hij die belooning inderdaad, buitengewoon laag
vindt. Spreker heeft echter inlichtingen ingewonnen en daarbij is gebleken,
dat op dit punt moeilijk verhooging bevorderd kan worden.
De heer Endendijk wil aan elk dezer personen een salaris toekennen,
gelijk aan dat van een tijdelijk ambtenaar met ongehuwd en-af trek, nj,
f,800,
De Voorzitter zegt dat bij deze aangelegenheid nog een moeilijkheid
komt. Spreker heeft n.1., persoonlijk groote bezwaren tegen het wonen van de
ambtenaren in andere gemeenten. Wanneer de belooning verhoogd zou worden,
zou als eisch gesteld worden het wonen in de gemeente. De betrokken persoon
zou er dan niet beter op worden. Spreker zal in dit opzicht niet in hetzelf
de schuitje van den heer Endendijk varen.
De heer Sadendijk zegt dat het hier om een principe gaat. Als men den
indruk heeft dat een kracht te laag gesalarieerd wordt, moet men tot verhoo
ging van salaris overgaan. Spreker heeft er alsdan niets op tegen dat de
verplichting wordt opgelegd in de gemeente te wonen.
De Voorzitter zegt niet met den heer Endendijk accoord te gaan. De di
ploma' s komen dan ook in het geding. De bezetting van de derde afdoeling,
gezien de werkzaamheden op den achtergrond, voldoet Spreker niet. Spreker
wil hiermede niets zeggen ten nadeele van de capaciteiten van de betrokke
nen. Deze aangelegenheid heeft Sprekers volle aandacht.
De post wordt hierna vastgesteld,
Yolgno.502. Abonnementen op de telefoon en kosten van gesprekken.
De heer Stroband zegt van oordeel te zijn, dat de kosten van de tele
foons voor de beide Wethouders en voor den Secretaris meer als bedrijfson-
kosten beschouwd moeten worden. Spreker zou er mee accoord kunnen gaan dat
van gemeentewege een tegemoetkoming werd verleend in bedoelde kosten. Spre
ker vindt het niet juist dat de geheele abonnementskosten voor rekening der
gemeente worden genomen.
De heer van Breukeien vraagt of het geoorloofd is dat de Burgemeester
over een vrije telefoon beschikt.
De heer Thijssen kan zich aansluiten bij het gezegde van den heer
Stroband. Drie leden van den Raad hebben destijds een schrijven tot den Mi
nister gericht, waarin deze aangelegenheid ook werd aangehaald. Aan het
ambt van Wethouder zijn niet alleen lusten, doch ook lasten verbonden.
Naar Sprekers meening moeten deze kosten voor rekening komen van de privé-
beurs der Wethouders. De telefoon van den Secretaris moet zeer zeker komen
te vervallen.
De Voorzitter meent dat bedrijfsonkosten, waarvan hier eigenlijk spra
ke is, toch vergoed dienen te worden. De heer Stroband kan meegaan om een
zekere tegemoetkoming te verleenen. Spreker wil in dit verband opmerken,
dat de kosten van aansluiting door de gemeente worden vergoed, doch niet
de kosten van de locale dienstgesprekken, welke nogal oploopen. Deze worden
door de betrokkenen betaald. Het zijn eigenlijk fooien, die de betrokkenen
aan de gemeente geven. Naar aanleiding van de opmerking van den heer van
Breukalen