21 December 1937 215» doch bij het Gasbedrijf, werkzaam- is. De post wordt hierna vastgesteld. Volgno.460. Jaarwedden ambtenaren en beambten. De heer Stroband wijst er op dat de hierbedoelde aanneming van een kracht voor het in or^e brengen der administratie van de gemeente-eigen^ dommen oorspronkelijk met enthousiasme door een gedeelte van den Raad werd begroet na verkregen voorlichting van de landmeters. Een groot belang der gemeente is er mee gemoeid, dat deze administratie in orde komt. Het was de bedoeling om een aspirant landmeter, in het bezit van het diploma, aan te nemen, doch thans mompelt men dat dergelijke krachten niet meer aanwezig zijn, en dat men daarvoor nu een ander ambtenaar zal moeten nemen. Wethouder Gasille zegt dat het eerste voorstel van B.en W, werd ge daan naar aanleiding van een tip van den landmeter van het kadaster. Het was de bedoeling om een afgestudeerde van Delft te nemen. Hier in de ge meente is eigenlijk sprake van een rommeltje met betrekking tot de admini stratie der eigendommen. De landmeters stuiten bij hun werkzaamheden op on regelmatigheden, daar de grenzen van het gemeentebezit niet behoorlijk zijn uitgezet. De Raad verzette zich destijds om een crediet toe te staan voor aanneming van een kracht, doch van hoogerhand kan men zich nu vereenigen met het toestaan van een crediet voor een dergelijk ambtenaar. Als de zaak op pooten is gezot, is het meest technische werk geschied» De gemeente weïd destijds geschaad doordat de Raad geen crediet wilde toestaan. De behoefte tot de aanneming van een dergelijke kracht hlijft bestaan. Thans is er een jongmensch, dat op de hoogte is met teekenon en met het kadaster, en do landmeters hebben beweerd dat dit jongmensch een goede kracht is voor de vervulling der functie, aangezien diens metingen volledig door het kadaster erkend worden. Dc hoer Stroband merkt op dat do Wethouder heeft te jennen gegeven dat hot door hem bodoolde jongmensch volkomen geschikt is voor do vervul ling der werkzaamheden. Spreker vraagt zich echter af of dit jongmensch mot do 7/orkzaamhuden zal kunnen doorgaan wanneer de tijd aangebroken is, dat do landmeters zich niet meer met do zaak bemoeien. Wethouder Gasille zegt dat dit jongmensch zooveel inzicht heeft, dat diens metingen door het kadaster kunnen worden aanvaard. Zulks is duide lijk gebleken bij de opmeting van de Beckeringhstraat De heer van Klooster meent dat er nog iesnand is, die ook wel in aan merking kan komen voor de vervulling dezer -werkzaamheden. Deze persoon teert thans op de goede gaven der gemeente. Spreker vraagt of met dezen persoon een proef is genomen. Wethouder Gasille zegt dat deze man daarvoor vroeger reeds is be proefd geworden, voorzoover het teekenen betreft. Deze proef is niet zoo goed uitgevallen. Accuratesse bij metingen is noodzakelijk. Metingen kun nen een ieder niet worden opgedragen. De heer van Klooster vraagt of die man dan niet voor die werkzaamhe den geschikt is. De heer van de Ven brengt in herinnering, dat destijds door B.en W, is aangedrongen op aanneming van een aspirant-landmeter. Toen is een plei dooi gehouden voor aanneming van een jongmensch, doch de landmeter van Gas tel beweerde, dat bedoelde persoon niet geschikt was om de werkzaamheden te vervullen. Spreker verwijst in verband, hiermede naar de notulen der be treffende vergadering (blz.245). Wethouder Gasille zegt dat de geschiktheid van dezen jongeman speciaal is nagegaan door den landmeter Albarda. De heer Hooder zegt tegen dezen post ernstig bezwaar te maken, daar hij deze zaak niet los kan maken van de reorganisatie van gomeentewerken en Bot daaruit voortgevloeide ontslag aan den ambtenaren van Hei jst en Meurs.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 430