24 Kaart 1937 24.
wordt gevraagd, het voorstel wordt geacht te zijn aangenomen.
De heer Thijssen is van meening dat deze begrootingswijziging niet stil
zwijgend is aangenomen. Ook is onjuist het genotuleerde op blz.17, regel 7 van
boven. Aldaar moeten de woorden "als gevolg waarvan geacht wordt dat de ge
vraagde ontheffing is Verleend" vervallen. Het voorstel van van B.en W, om aan
van Ingen geen ontheffing te verleenen voor den bouw van een showroom werd ver
worpen. Hierin ligt niet opgesloten, dat de ontheffing is verleend, zoodat de
notuleering niet juist is.
De Voorzitter zegt dat men het laatste punt niet bij het eerste punt moet
betrekken.
De heer Thijssen zegt dan verder dat over het plan tot stichting der brand
weercentrale uitvoerig is gedebatteerd. Twee leden waren tegen dezen bouw aan
de Luitenant Koppenlaan. Het plan als zoodanig is behandeld, terwijl over de
begrootingswijziging niet beraadslaagd is.
De Voorzitter herhaalt nog eens zijn meening.
Het voorstel van de heeren Thijssen, van de Ven en van Breukelen om de
woorden "terwijl het desbetreffend besluit tot begrootingswijziging no.21/527
wordt vastgesteld" op regel 3 en 4 van boven op blz.13 te doen vervallen,
wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met 10 tegen fstemmen. Vtfor
stemden de heeren van Breukelen^en van de Ven, terwijl de heer Stroband zich
van stemming onthield.
De Voorzitter brengt hierna in behandeling het voorstel van genoemde 3
raadsleden om op blz.17, regel 7 van boven te doen vervallen de woorden "als
gevolg waarvan geacht wordt, dat de gevraagde ontheffing is verleend". Spre
ker zegt dat het in dit geval ging over het voorstel van B.en W. om aan den
heer van Ingen geen ontheffing te verleenen voor den bouw van een showroom.
De Raad verwierp dit voorstel, waardoor geacht werd dat de ontheffing was ver
leend.
De heer Thijssen is het hiermede niet eens. In dit verband moet Spreker
wijzen op de behandeling in de vorige vergadering van het voorstel van B.en W,
om aan van de Hoef en Stam geen ontheffing te verleenen voor den bouw van 4 wo
ningen onder één kap. Het voorstel van B.en werd verworpen en op voorstel
van Spreker werd toen een speciaal raadsbesluit genomen om de ontheffing te
verleenen. Een dergelijk besluit is niet genomen toen het voorstel van B.en W.
om aan van Ingen geen ontheffing te verleenen, verworpen werd. Uit het verslag
van "De Soester" blijkt ook dat er geen raadsbesluit genomen is. Spreker is
het volkomen eens met dit verslag. Spreker stelt dus voor de desbetreffende
'voorden uit de notulen te lichten.
De heer ÏTooder meent dat tot stemming over het verleenen van ontheffing
voor den bouw van die 4 woningen is overgegaan, omdat er een voorstel van den
heer Helmus was om de ontheffing te verleenen onder voorwaarde, dat in het mid
den van het gebouw een poort zou worden aangebracht. Aangezien het voorstel
van B.en Tv7, het meest verstrekkend was, werd eerst daarover gestemd en daarna
over het voorstel van den heer Helmus,
De heer Thijssen blijft van oordeel dat geen formeel besluit is genomen
om aan van Ingen ontheffing te verleenen.
De Voorzitter zegt dat B.en V/. voorstelden geen ontheffing te verleenen.
Dat voorstel werd afgestemd, als gevolg waarvan het verzoek van adressant werd
ingevri-lligd. De ontheffing is dus stilzwijgend verleend. Indien de Raad thans
het voorstel tot wijziging der notulen zou aanvaarden, dan spreekt hij uit dat
de ontheffing niet is verleend.
De heer Thijssen zegt dat, wanneer de Raad een voorstel afstemt, de lei
ding der vergadering er voor moet zorgen, dat er een besluit genomen wordt. In
het onderhavige geval is geen besluit tot het verleenen der ontheffing genomen.
Het voorstel van de heeren Thijssen, van de Ven en van Breukelen om op
blz.17, regel 7 van boven te doen vervallen de woorden "als gevolg waarvan ge-
3 Thijssen
Bovenstaande wijziging en aanvulling goedgekeurd, -a,.?Ak.
De Secr, ->Pe Voorz,