24 Maart 1937 26.
4676).
Wordt in handen gesteld van B.en W. om prae-advies. Door eenige leden werd
op spoedige afdoening aangedrongen.
d. adres van A.H.van B lummelen, verzoekende ruiling of koop van grond voor
uitbreiding zijner bakkerij, welk adres bereids in behandeling genomen is.
(no.4622).
De heer Hilhorst wijst er op dat dit adres reeds eenigen tijd geleden in
gediend is, en dat uitstel van behandeling in ft nadeel van den betrokken
persoon is. Spoedige behandeling is dus gewenscht.
De Voorzitter zegt spoedige behandeling toe.
Het adres wordt hierna in handen gesteld van B.en W. om prae-advies.
e. verslag van de werkzaamheden der Schoonheidscommissie over 1936 (no.278).
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
f. mededeeling van B.en W. dat geen uitvoering zal vrorden gegeven aan de mo
tie Nooder c.s. betreffende beschikbaarstelling crediet voor het uitreiken
van een feestgave aan werkloozen, op wie destijds een korting is toegepast.
De heer Nooder brengt in herinnering dat hij op 9 Dec.1936 een grafrede
over Openbare Verken heeft uitgesproken. Thans zal hij weer moeten spreken
bij de begrafenis van de motie-Nooder c.s. Onlangs is door een commissie
uit den Raad een adres aan den Minister opgesteld inzake de steunverlee-
ning, waarop van den Minister een antwoord is ingekomen en volgens welk
antwoord het Orgaan vrijheid van handelen heeft. Met het sterke vertrou
wen, dat het Orgaan een tegemoetkomende houding zou aannemen, werd de mo
tie Nooder c.s. ingediend, welke motie met algemeene stemmen door den Raad
werd aangenomen. Het Orgaan legt die aangenomen motie naast zich neer,
waardoor er geen goede verhouding kan zijn tusschen B.en W. en den Raad.
Het College van B.en W, bedenke wel dat de Raad ook het werk van B.en W.
onmogelijk kan maken. Wanneer de Raad een ernstige uitspraak doet, moeten
B.en V. daar wel degelijk rekening mede houden. Geschiedt zulks niet, dan
wordt de Raad kriegel. Spreker meent dat iets oneerlijks van de zijde van
B.en heeft plaats gehad. In het College van B.en W. behoort toch een
streven tot naastenliefde te zijn. Die naastenliefde is hier evenwel zoek
en Spreker begrijpt dan ook niet dat B.en W. zich op het bekende stand
punt hebben gesteld. Zij hebben het zoo hoog noodige brood van de armen
afgenomen. Spreker wijst er vervolgens op dat de autonomie der gemeente in
gevaar isj debacles zullen niet uitblijven. Door samenwerking en onderling
vertrouwen zijn verschillende leden op de hoogte van de dingen, welke
staan te gebeuren. De toestand is zoodanig, dat hier een regeeringscommis-
saris in plaats van een burgemeester aan het hoofd zal komen te staan.
Spreker zegt voorts dat in de gemeente Zeist altijd een reserve-wethouder
wordt benoemd. In onze gemeente is men echter overgeleverd aan twee wet
houders. Het is -wel van belang dat niet 2 menschen aan het hoofd der ge
meente staan, doch dat er een derde persoon bij is.
De heer Endendijk zegt zijn teleurstelling te moeten uitspreken over het
handhaven van het door het Orgaan ingenomen standpunt, temeer waar de door
den heer Nooder bedoelde motie met algemeene stemmen door den Raad werd
aangenomen
De heer Stroband wijst er op dat B.en W. deze zaak op een andere manier
hebben behandeld dan de Raad wenscht. B.en W. zeggen dat steunverleening
niet met terugwerkende kracht kan geschieden, Hier is echter geen sprake
van terugwerkende kracht, doch van uitbetaling van ingehouden steun. De
Wet verbiedt niet wat de Raad wenscht.
De heer Thijssen vestigt er de aandacht op dat de algemeene meening van
den Raad te dezer zake herhaaldelijk naar voren is geschoven. Voorts wijst
Spreker op het reeds eenige malen door hem genoemde voorschrift van den
Minister van Sociale Zaken dd, 15 Sept.1933 inzake de uitvoering der steun-
regeling.