24 Maart 1937 41'
den.
Wethouder de Bruijn zegt dat dit niet mogelijk is, daar de gemeente het
perceel, waarop het kamp is gevestigd, een paar jaar geleden voor den tijd
van 20 jaren heeft gehuurd.
De Voorzitter deelt mede, dat hij de in de vergadering naar voren ge
brachte bezwaren niet deelt. De vrouw heeft uitdrukkelijk verklaard, dat zij
de laatste jaren nimmer last van het woonwagenkamp heeft ondervonden. Spreker
wijst er voorts op dat men hier zit ter behartiging van het gemeentebelang,,
De zaak zou anders zijn wanneer da gemeente den betrokken persoon schade had
berokkend. Br is nimmer een klacht ingekomen, en nu de man verhuizen moet,
wil men hem schadeloos stellen, Spreker meent dat men dien weg niet moet in
slaan.
De heer Hornsveld meent te weten dat er nog meer woningen in de omgeving
staan.
De Voorzitter bevestigt zulks3 bedoelde eigenaren zullen dan ook een
aanvraag om schadevergoeding doen,
De heer Hornsveld zegt dat men dan ter wille van de consequenties geen t
schadevergoeding kan toekennen.
De heer Endendijk zegt dat hij de bezwaren van adressant wel aanvoelt,
want op plaatsen waar een woonwagenkamp is gevestigd, wordt schade geleden.
Een andere vraag is of de gemeente tot toekenning van schadevergoeding ver
plicht is. Voorts merkt Spreker op dat Gedeputeerde Staten nimmer zullen toe
staan, dat schadevergoeding verleend wordt. Spreker geeft B.en in overwe
ging uit te zien naar een andere oplossing. In dit verband, ware b.v. na te
gaan of die grond voor de gemeente in de toekomst misschien waarde heeft.
De heer van den Berg wijst er op dat de financieele strop zich nu pas
voordoet voor den betrokkene.
Wethouder de Bruijn meent dat de gemeente Amersfoort veel meer verplich
tingen aan die menschen heeft dan de gemeente Soest, daar eerstbedoelde ge
meente den man zijn broodwinning heeft ontnomen. Voorts had Amersfoort de
zorgen van het gezin weg kunnen nemen, indien zij aan den betrokken ambtenaar
dier gemeente toestemming had gegeven die woning te bewonen. Spreker is er
ook voor om den man te helpen wanneer dit mogelijk is, en stelt voor vandaag
geen beslissing te nemen, doch deze zaak eerst te doen behandelen door de
Commissie Grondbedrijf, die dan haar oordeel kan geven of die i> H.A, grond
voor de gemeente noodig is en waarde heeft.
De heer Kom komt ter vergadering.
De heer Thijssen zegt dat ais de betrokkene de gemeente een proces aan
doet, er groote kans bestaat, dar de gemeente genoodzaakt wordt schadever
goeding te geven. Een dergelijk geval heeft zich eveneens te Tilburg voorge
daan en toen werd de gemeente ook verplicht tot schadevergoeding.
De Voorzitter zegt dat de betrokkene altijd kan procedeeren tegen de ge
meente op bewijs van onvermogen,
De heer Nooder waardeert hot voorstel van Jethouder de Bruijn wel, doch
Spreker meent dat een dergelijke behandeling van zaken niet veel za^. uithalen.
Naar allo waarschijnlijkheid zal wel gezegd worden, dat de gemeente den
grond niet noodig heeft. Spreker wil B.en V. opdragen met de vrouw een bespre
king te voeren en haar te vragen welk bedrag zij meent te moeten hebben als
schadevergoeding. Momenteel heeft het gezin gebrek aan contanten. Voorts
moet men niet vergeten dat het huis er reeds stond voordat het woonwagenkamp
er werd gevestigd, zoodat de schade later is berokkend.
De heer Hornsveld wijst er op dat de caféhouders te Utrecht destijds ook
niet werden schadeloos gesteld bij verdwijning van de markt op het Vreeburg,
ïifaar zou men tenslotte blijven als in dergelijke gevallen steeds schadever
goeding moest worden gegeven.
De heer 'Nooder meent dat het hier een speciaal geval is, daar het per
ceel