5 ,Tei 1938 55.
ve heer Hilhorst zegt dat het voor de N.V. Centrale Slachtplaats een
daad van wijs beleid zou zijn, wanneer zij, gehoord de besprekingen, alsnog
verzoekt de rente te bepalen op
re heer Endendijk wijst er ook nog op, dat, wanneer de N.V. Centrale
Slachtplaats het niet vol kan houden, dw gemeente de exploitatie van een
slachthuis zou moeten voortzetten en alsdan het noodige zal moeten bijleg
gen. Het zou een schoon gebaar zijn geweest, indien voorgesteld werd de
rente te verlagen tot 4aangezien het voor de gemeente van groot belang
is, dat het Slachthuis blijft bestaan. In Baarn heeft men de rente voor het
Slachthuis eigener beweging verlaagd tot 3'/c, en dit Slachthuis kan zich nog
niet eens dekken. Spreker, die meent dat men niet zoo angstig moet zijn,
wijst nog op de afschrijvingen ad welke ook al hoog zijn.
re heer Thi jssen vraagt of de Wethouder van Financiën onder aanhaling
van cijfers wil mededeel en wat hij in de vergadering der Financieel e Commis
sie heeft gezegd,
re heer Food er meent dat een Wethouder van Financiën graag weinig
geeft en veel vraagt, doch de leden van den Raad denken daar wel eens an
ders over.
Wethouder Gasille kan zich niet met het standpunt van den heer Enden
dijk vereenigen. Men zou dan zelfs het kapitaal wel gratis ter beschikking
kunnen stellen. Het standpunt van den heer Endendijk vindt Spreker dan ook
erg overdreven. Wat de afschrijvingen betreft, zegt Spreker, dat een af
schrijving van 2t/° steeds werd bepleit van de zijde van het Gemeentebestuur,
doch aan dien wensch werd door de N.V» nog steeds geen gevolg gegeven. Ware
zulks wel het geval geweest, dan zou Spreker wellicht een andere meening ge
had hebben.
Hierna wordt het meerderheiösvoorstel van B.en W, om de rente te bren
gen op 4in stemming gebracht, en aangenomen met 10 tegen 4 stemmen. Te
gen stemden de heeren Stroband, van de Ven, Gasille en ïhijssen,
59. BEïFTETTELIJKE ZIEKTENGELF3N (4e afd.no,1956).
Voorstel tot vaststelling van een verordening op de heffing van be
smettelijke ziektengelden.
Bij schrijven dd, 29 Waart 1938, no.1956 verzoeken B.en W. den Raad,
met intrekking van de bij raadsbesluiten van 9 September 1937 no.1956 vast
gestelde verordeningen op de heffing en invordering van besmettelijke ziek
tengelden, over te gaan tot vaststelling der aangeboden ontwerp-verordening
op de heffing van besmettelijke ziektengelden. Hierbij is door B.en W, reke
ning gehouden met de door Gedeputeerde Staten bij schrijven dd, 25 Januari
1938 gemaakte opmerkingen en met de z.g. Vereenvoudigingswet.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van B.en W, aangenomen en de betreffende verordening vastgesteld,
60. SCHOOLGELDEN (4e afd.no,.l666).
Voorstel tot vaststelling van een verordening op de heffing van
schoolgeld voor het lager onderwijs.
Burgemeester en Wethouders deelen in hun schrijven dd, 26 April 1938
n0.1666 mede, dat bij K,B« van 25 Nov.1937? no.l6, tot 1 April 1958 is goed
gekeurd de op 16 Juli 1937 vastgestelde verordening op de heffing van school
geld voor lager onderwijs, zoodat dus ten behoeve van de schoolgeldheffing
na 1 April 1938 een nieuwe verordening moet worden vastgesteld, Feze veror
dening bieden B.en W, in ontwerp ter vaststelling aan, waarbij rekening is
gehouden met enkele wenschen van Gedeputeerde Staten, vervat in hun schrij
ven dd. 21 nec,i937s le afd.no.4951/2843.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voor
al en aangenomen en de betreffende verordening vastgesteld,
61. B»«mjst30HHSL (4e afd.nos.4954, 21/613 en 23/50).
Voorstel