3 Augustus 193891. 1525 stellen B.en V/. voor te "besluiten; a. tot intrekking van het raadsbesluit van 16 Juli 1937» 4e afd.no.1525 tot indeeling dezer gemeente voor de heffing der personeele belasting naar de eerste twee grondslagen in de vijfde klasse, zulks met ingang van het be lastingjaar 1938 en b. tot verplaatsing dezer gemeente voor de heffing der personeele belasting naar de eerste twee grondslagen van de zesde naar de vijfde klasse, zulks met ingang van het belastingjaar 1939» Nadat de Voorzitter dit punt reeds had afgehamerd, vraagt en verkrijgt de heer Nooder hieromtrent alsnog het woord* Spreker zegt dan dat het thans door B.en W» gedane voorstel door hem als een zeer belangrijke kwestie wordt beschouwd» Gedurende de laatste jaren werd telken jare door den Raad besloten om de gemeente van de zesde naar de vijfde klasse te verplaatsen, doch steeds adviseeren Gedeputeerde Staten om het genomen besluit in te trekken, daar het door de Kroon niet zal worden goedgekeurd» Spreker zou gaarne wel eens willen weten met welke motieven de Regeering rekening houdt om zich te verzetten te gen plaatsing in de vijfde klasse,-, Waarom moet Soest in de zesde klasse blij ven staan? Als men een vergelijking maakt met omliggende gemeenten, dan ver keert men in laatstbedoelde gemeenten in veel gunstiger omstandi^eden. Spre ker, die constateert dat b.v. te Zeist de levensvoorwaarden veel gunstiger zijn dan te Soest, wijst er op, dat de hoogere uitgaven voor levensonderhoud het meest op de lagere inkomens drukken. Alhoewel Spreker de vestiging van groot-bedrijven niet wil bepleiten, wil hij er toch op wijzen, dat dergelij ke bedrijven, van wie men goedkoop levensmiddelen kan betrekken, wel in om liggende gemeenten gevestigd zijn en niet te Soest» Spreker stelt voor het raadsbesluit van 16 Juli 1937» om de gemeente met ingang van het belasting jaar 1938 in de vijfde klasse te plaatsen, te handhaven, aangezien men anders geen uitspraak krijgt en men niet de moreele motieven komt te weten op grond waarvan men de gemeente in do zesde klasse wil laten» Spreker wil dus het oorspronkelijk besluit voor 1938 handhaven en een soortgelijk besluit voor 1939 nemen» Be Voorzitter zegt dat hij omtrent deze aangelegenheid met verschillen de instanties besprekingen heeft gevoerd, en als vrucht daarvan komen B.en W. thans met het aangeboden voorstel» Spreker is van oordeel, dat men bij al les, en dus ook in het onderhavige geval, reëel moet blijven en dat men sla gen in de lucht moet vermijden» Spreker acht het gewenscht, dat het voor 1938 genomen besluit wordt ingetrokken, omdat de zekerheid bestaat, dat daarop geen goedkeuring wordt verkregen. Door aldus te handelen, is er misschien eenige kans, dat het voor 3.9 39 te nemen besluit wordt goedgekeurd. Men dient althans alle zeilen bij te zetten om dat doei te bereiken» De heer Nooder zegt dat hij toch zou willen weten de motiveering der Re geering om Soest in de zesde klasse te laten. Het is wel zeer eigenaardig, dat steeds door de hoogere autoriteiten bezwaar wordt gemaakt om de gemeente naar de vijfde klasse te verplaatsen» Handhaaft men nu het door den Raad voor 1938 genomen besluit om de gemeente in de vijfde klasse te plaatsen, dan ver neemt men de argumentatie van het besluit der niet-goedkeuring van de Regee ring, hetgeen van het grootste belang voor den Raad is. De Voorzitter, die deze wijze van handelen ter sterkste ontraadt, zegt dat B.en W. er naar zullen streven, dat de Raad zoo uitvoerig mogelijk wordt ingelicht» De heer Thijssen zegt dat deze aangelegenheid in de vergadering der Fi- nancieele Commissie uitvoerig is besproken, en dat hij in die vergadering met zijn standpunt alleen stond. Spreker wijst er op, dat B.en W, in hun schrij ven van 26 Juli j»l. een tweeledig voorstel hebben gedaan, n.1. intrekking van het voor 1938 genomen besluit en vaststelling van een besluit voor 1939. Met

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 180