18 November 193® 147* Met betrekking tot het ontwerp-besluit sub c, zegt de heer van Breukelen van oordeel te zijn, dat het niet noodzakelijk is, dat de gemeente dezen grond aankoopt. Verder zegt Spreker dat de gemeente plm. een jaar geleden op den anderen hoek van de Verlengde Tal mal aan - Soesterengweg, dus aan de over zijde van het thans bedoelde terrein een perceel grond heeft verkocht. Het is eigenaardig, dat de gemeente thans een hoekpereeel in haar bezit wil hebben, temeer waar toch op den anderen hoek zal worden gebouwd. Uit dezen aankoop zouden belangrijke consequenties voortvloeien, zoodat Spreker niet tot aan koop zou willen besluiten. De heer Zijlstra vraagt hoever de plannen tot bebouwing van het terrein aan de andere zijde zijn gevorderd. Wanneer Burgemeester en Wethouders hunne volle medewerking voor den desbetreffenden bouw verleenen, zal aan die zijde dus worden gebouwd, terwijl aan de andere zijde bij aankoop van den grond door de gemeente, niet zou. worden gebouwd. Spreker kan zich met de motivee— ring van het ontwerp-besluit niet vereenigen. Spreker is n.1. van oordeel, dat door den bouw het aanzien van den Eng verbeterd zal worden. Voorts zou bij bebouwing van het terrein de bouwnijverheid worden bevorderd, hetgeen ook niet uit het oog moet worden verloren. Da heer Hom sluit zich aan bij het gezegde van de heeren van Breukelen en Zijlstra. Bovendien acht Spreker de koopsom van den grond te hoog. De heer Hilhorst merkt op dat 4 leden der Grondcommissie tegen dezen aan koop waren. Spreker, die het ook eens is met het inzicht der heeren van Breuke len en Zijlstra, vindt het te gek dat men aan de eene zijde het hoekpereeel gaat verkoopen en aan de andere zijde een hoekpereeel gaat aarkoop en. Voorts zegt Spreker dat men zich aanvankelijk met de teekening heeft vergist en dat daarna een voorstel van het Collego tot dezen aankoop kwam. B.en W. hadden zich meer moeten houden aan de adviezen van den betrokken dienst. Spreker vindt den prijs van den grond ook abnormaal hoog. Be heer Thijsson zegt zich volkomen te kunnen vereonigen met de zienswij ze van de heeren van Breukelen en Zijlstra, De Voorzitter merkt op dat de heer Hilhorst als 't ware te kennen geeft, dat Burgemeester en Wethouders zich dienen neer te leggen bij de adviezen van de betrokkenambtenaren, met welk standpunt Spreker het geenszins eens is. Wethouder Gasille wijst er op dat destijds groote stukken uit het uit breidingsplan werden gelicht om de schoonheid van den Eng te bewaren. In het geheele Gooi is geen enkele mooie, ruime Eng te vinden als te Soest, en deze Eng dient dan ook gehandhaafd te worden. Om nu een ongewenschte bebouwing ter plaatse te voorkomen, is het wenschelijk, dat tot den voorgestelden aanko wordt overgegaan. De gemeente heeft alsdan de macht in handen om de bebouwing op dit terrein te regelen. Het is gewenscht dat, wanneer te eeniger tijd eens tot bebouwing van den Eng mocht worden overgegaan, een zoo ruim mogelijke be bouwing tot stand wordt gebracht, dus met groote zijerfafstanden. Spreker zou alsdan liefst gebouwen zien als het kasteeltje. De Grondcommissie heeft zich met 4 tegen 2 stemmen uitgesproken tegen aankoop. De desbetreffende bouwaan- vrage van den heer iXiin is nog hij Burgemeester en Wethouders in behandeling. De heer Hornsveld merkt op dat voor het terrein, bestemd voor de Radio- Centrale toch dezelfde rooilijn geldt. De gemeente zou dan dit terrein terug moeten koop en. De heer van de Ven vraagt of de rooilijn afwijkt van die, waarin de be staande woningen staan. De heer van Breukelen is van oordeel, dat het aspect van den Eng niet zal veranderen bij de totstandkoming van den voorgenomen bouw. Spreker meent dat deze aankoop financieel niet te verantwoorden is. Wethouder Gasille merkt op dat er raadsleden zijn, die geen waarde hech ten aan de schoonheid van den Eng, hetgeen hij betreurt. Spreker meent dat de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 294