18 Januari 19395» 1935 heeft de toenmalige Raad te dezer zake een principieele beslissing geno men, Toen deze aangelegenheid in 1936 ter sprake kwam, was de tegenweerdige Raad niet volkomen met den stand van zaken op de hoogte, met het gevolg, dat een ongewenscht besluit werd genomen, Hen heeft toen beweerd dat verbetering van den weg noodzakelijk was en de leden van den Raad werden als 't ware voor de aanneming van het desbetreffend voorstel overgehaald. Re weg werd inmid dels verbeterd, doch deze wegverbetering heeft niet uitsluitend voor de bewo ners van dien weg plaats gehad. Re Verlengde Kolonieweg is n.1een verbin dingsweg met den Eng, en is van groot publiek belang geworden. Re bewoners betalen niet alleen voor 75% in de kosten, doch zij betalen ook nog een bij drage in de overige 25%, welke door de gemeente worden betaald. Indien deze weg na zakelijk overleg was aangelegd geworden, dan waren de aanlegkosten veel lager geweest. Re menschen betalen nu in feite wel 100% der kosten. Voorts wijst Spreker er nog op, dat de bewoners der Vredehofstraatwelke straat een zeer belangrijke verbetering heeft ondergaan, geen enkele bijdrage behoeven te storten voor wegverbetering. Zulks behoefde ook niet plaats te hebben door de bewoners der Soesterbergschestraat toen de betonweg werd aangelegd. Spre ker noemt de baatbelasting een onding en dringt er bij den Raad op aan het in gediende voorstel te aanvaarden, Jethouder Gasille zegt dat hij aan het prae-advies van B.en weinig keeft toe te voegen. Spreker geeft toe dat het beter zou zijn geweest als men in 1935 een ander percentage had vastgesteld, Er is nu eenmaal een percenta ge vastgesteld en de Kroon heeft dit besluit goedgekeurde Hieraan is niets meer te veranderen en de kans van goedkeuring op een wijziging van dit percen tage is zeer gering. Spreker veronderstelt zelfs dat er geen enkele kans van goedkeuring is. Wanneer de Raad dus verandering in het percentage wil aan brengen, dan moet hij dat zelf maar voor zijn verantwoording nemen. Re heer van de Ven vraagt zich af of het toch niet mogelijk is verande ring in het percentage aan te brengen, Spreker zou willen voorstellen om den Voorzitter te verzoeken daarvoor bij hoogere instanties te pleiten. Spreker meent dat er wel redenen aanwezig zijn om de betrokkenen op de een of andere wijze tegemoet te komen. Spreker vraagt den Voorzitter om zijn toga nog eens aan te trekken en als een ware Burgervader voor zijn kinderen bij de autori teiten te gaan pleiten. Re heer Thijssen is van oordeel dat het schrijven van de heeren Hilhorst en Hom voor kennisgeving moet worden aangenomen, daar het geen enkele toelich ting bevat,. Spreker zegt voorts dat door 3 personen is gereclameerd tegen den aanslag in deze belasting-, Zij hebben in een uitvoerig gememoreerd be zwaarschrift een en ander onder de aandacht van den Raad gebracht. Re redac tie dezer bezwaarschriften is afkomstig van deskundige zijde. Wanneer deze reclames nu eerlang bij den Raad worden behandeld, kan breedvoerig op de aan gevoerde bezwaren worden ingegaan,. Haar aanleiding van de desbetreffende op merking van den heer Hilhorst, wijst Spreker er op, dat de Baatbelasting geen onding isc Reze belasting vindt haar steunpunt in de Gemeentewet, Re gemeente heeft alleszins het recht om deze belasting te heffen» Spreker gaat volkomen accoord met de zienswijze van B,en W» Re heer Stroband heeft het idee gekregen, dat de betrokkenen in een na- deelige sfeer verkeeren,. Het bedrag; hetwelk per strekkenden meter voor aan leg van dezen weg is uitgegeven, is abnormaal hoog, Reze weg werd in 2 étap pes aangelegd, waardoor de aanleg veel duurder is geworden dan ingeval van een normale afwerking- Spreker geeft B.en W, in overweging nog eens na te gaan, hoeveel de werkelijke kosten van den aanleg hebben bedragen, waarbij rekening dient te' worden gehouden met het werk, dat ongedaan werd gemaakt van den eersten gedeeltelijken aanleg- Alsdan moeten de onnoodig gemaakte hoogere kosten verrekend worden, zoodat dus een nieuwe berekening dient te worden

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1939 | | pagina 10