26 Augustus 1940 54,
en Wethouders voor de navolgende voordracht op te raakenS
1, J.N0oder,
2, J,Strohand»
3, P.Beekman,
De Voorzitter wijst de heeren van den Arend en Hornsveld tot stemopnemers
aan.
Tot stemming wordt overgegaan. Ingeleverd zijn 13 stembiljetten. Uitge
bracht worden op den heer Nooder 12 stemmen, op de heeren Stroband en Beekman
ieder 13 stemmen en op den heer van den Berg 1 stem. De door Burgemeester en
Wethouders voorgestelde voordracht is derhalve aangenomen.
77. DRANKWET (le afd.no.1543)-
Adres van de afdeeling Baarn van den Ned.Bond van Hotel-, koffiehuis- en
Restauranthouders en Slijters te Baarn, verzoekende aan de Kroon het voorstel
te doen om het maximum-aantal vergunningen te Soest te brengen van 21 op 22,
met voorstel van Burgemeester en Wethouders,
In hun schrijven dd« 20 Juli 1940? no.1543 vestigen Burgemeester en Wet
houders er de aandacht op, dat de Raad in zijne vergadering van 20 Mei 1935
besloot Hare Majesteit de Koningin te verzoeken het maximum aantal vergunnin
gen voor deze gemeente, hetwelk toen 18 bedroeg, met 3 te verhoogen, zulks
op grond van de overweging, dat het vroegere maximum aantal van 18 dateerde
van 1920, toen het aantal inwoners dezer gemeente op 31 December 8062 bedroeg,
terwijl de bevolking in 1935 was verdubbeld, n„l,, vermeerderd tot 162 30, Naar
het Burgemeester en Wethouders wil voorkomen, is de stijging van het aantal
inwoners tot 18000 geen voldoende motief om na zoo korten tijd wederom tot de
Kroon het verzoek te richten om het aantal vergunningen te verhoogen, temeer,
waar het hier niet betreft een algemeene herziening van het aantal vergunnin
gen, maar een aanvraag ten behoeve van één speciaal bedrijf. Mitsdien wordt
voorgesteld op het verzoek afwijzend te beschikken.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders omtrent deze
aangelegenheid langdurig van gedachten hehben gewisseld, daarbij overwegende,
dat het niet wenschelijk is over te gaan tot verhooging van het maximum aantal
vergunningen met één, waardoor de indruk zou kunnen worden gewekt, dat het er
om te doen is een speciaal bedrijf te bevoordeelen. De betrokken afdeeling
van den bond had, zooals Spreker nader hekend is geworden een uitgebreider
verzoek willen doen, n0l, om het maximum-aantal vergunningen met drie te ver
hoogen. Spreker weet niet of het standpunt van Burgemeester en Wethouders
daardoor zou zijn gewijzigd. Het aantal vergunningen is toch immers korten
tijd geleden reeds met drie verhoogd, alhoewel er van die drie vergunningen
twee te Soesterberg zijn bijgekomen» Burgemeester en Y/ethouders hebben echter
geen vrijheid kunnen vinden om een voorstel te doen tot verhooging van het
aantal vergunningen,
De heer Nooder vindt de argumentatie van het voorstel van Burgemeester
en Wethouders, dat het aantal vergunningen korten tijd geleden is verhoogd
met drie, zeer zwakjes. Spreker noemt het een verheugend feit, dat de gemeente
zoo snel in zielenaantal toeneemt. Waar er toch belangen van de inwoners zijn,
welke behartigd dienen te worden, vindt Spreker het standpunt van Burgemeester
en Wethouders zwak en hekrompen. Aangezien het aantal zielen steeds toeneemt,
dient ook het aantal vergunningen verhoogd te worden.
De heer Dwars zegt het niet eens te zijn met den heer Nooder. Naar Spre
kers oordeel moet men ten aanzien van deze zaak een drietal vragen stellen.
Ten eerste, is het bezit van een vergunning voor den betrokkené noodzakelijk?
Het antwoord hierop moet luidens neen, daar hij in het bezit is van een verlof
A. Ten tweede, is er behoefte aan uitbreiding van het aantal vergunningen? Ook
hierop moet het antwoord ontkennend luiden. Ten derde, moet er iü het algemeen
en in het bijzonder in de tegenwoordige tijdsomstandigheden gélegenheid worden
geschapen