25 Juni 1940 45»
Mevrouw Landweer-de Visser dient hierna, mede namens de heeren
Hooder, de Haan, Stroband, van den Brandeler, en Hornsveld, het navolgende
voorstel in; "Ondergeteekenden verzoeken het College van Burgemeester en
Wethouders een wijziging tot stand te brengen van de Verordening van de ge
neeskundige Armenpractijk, zoodat daardoor zal ontstaan een vrije keuze van
verloskundige hulp eener vroedvrouw,, De aanvragen per geval aan de betrok
ken vroedvrouw uit te keeren,"
Dit voorstel wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders
om prae-advies,
65. RONDVRAAG,
De heer de Haan deelt mede dat kak kort na den oorlog door een groot
aantal Soester arbeiders opruimingswerk is verricht aan het vliegkamp te
Soesterberg., Die arbeid werd nooit betaald. Spreker vraagt of betaling als
nog zal volgen of dat die arbeid om niet moest geschieden.
De Voorzitter zegt dat dit werk niet door de gemeente, doch door de
Duitsche Weermacht werd opgedragen, die de arbeiders heeft betrokken via de
gemeentelijke arbeidsbeurs. Bedoelde beurs is dus alleen bemiddelend opge
treden.
Mevrouw Landweer-de Visser zegt hierna namens de Soester vrouwen, die
zij in den Raad min of meer vertegenwoordigt, den Voorzitter hartelijk dank
voor diens vele werk en uitstekende leiding en regeling der evacuatie van de
burgerbevolking. Spreekster zegt dat den Burgemeester niets te veel is ge
weest om de evacuatie te doen slagen en daarvoor zijn woorden van lof hier
zeer zeker op zijn plaats. De Burgemeester heeft zich daarbij in v/aarheid
getoond de vader van de Soester bevolking te zijn.
De Raad geeft blijken van instemming met deze woorden.
De Voorzitter wil dien dank doorgeven aan den Secretaris, den heer Ger-
ritse en de andere ambtenaren, die hunne medewerking hebben verleend met be
trekking tot de evacuatie. Voorts is die dank voor een niet gering gedeelte
verschuldigd aan de wijk- en groepsgeleiders, die ook hunne volle medewer
king verleenden, en aan de gemeentebesturen van de vluchtoorden, alsmede aan
de gastheeren in die gemeenten. Voor de zeer vriendelijke woorden van Me
vrouw Landweer-de Visser is Spreker zeer erkentelijk.
De heer van den Berg zegt klachten vernomen te hebben omtrent het niet
voldoende uitreiken van aanvullingsbroodkaarten. Zoo worden aan het tramweg
personeel in deze gemeente, dat veel en zwaar werk moet verrichten, geen
aanvullingsbroodkaarten uitgereikthetgeen wel geschiedt in andere gemeen
ten, Verder wijst Spreker er op, dat stucadoors hun werk niet zullen kunnen
verrichten wanneer zij niet in het bezit worden gesteld van aanvullings-
broodkaarten. Ook zij, die bij den luchtbeschermingsdienst ingedeeld zijn,
en overdag, behalve hun gewone werk, nog nachtdienst moeten verrichten, die
nen in het bezit te worden gesteld van extra-broodbonnen. Spreker verzoekt
den Voorzitter hieraan wel aandacht te willen schenken.
De Voorzitter zegt dat het hem niet mogelijk is volledig op de hoogte
te zijn met de in dit opzicht geldende voorschriften. De klachten, welke de
heer van den Berg naar voren brengt, Y/aren Spreker reeds bekend en hij heeft
hieromtrent geïnformeerd bij den Distributiedienst, Hem is toen gebleken,
dat door het Centraal Distributiekantoor een lijst is samengesteld van de
beroepen, voor de uitoefening waarvan extra broodbons verstrekt kunnen wor
den, Spreker vermoedt dat de door den heer van den Berg bedoelde beroepen
niet op die lijst voorkomen en dat het daarom niet mogelijk is in die gevallen
aanvullingsbroodkaarten te verstrekken. Spreker, die hiernaar nog eens een
onderzoek zal instellen, zegt dat omtrent de kwestie verstrekking van extra
broodbons is getelefoneerd met het Centraal Distributiekantoor en dat toen
gebleken is, dat de opvatting van het Distributiekantoor in deze gemeente
juist was» zoodat in de omliggende gemeenten fout gehandeld is.
De