19 Juni 1941 64. wijziging aan te brengen in het raadsbesluit van 27 Mei 1952» waarbij is bepaald, dat, in afwijking van het bepaalde in art. 120 der Gemeentewet, de inning van de leges door den gemeente secretaris geschiedt. De leges voor stukken, welke door de po litie worden afgegeven, worden n.1. door de politie geïnd, ter wijl de Inspecteur van Bouw- en woningtoezicht de leges int voor door hem afgegeven formulieren en gedane verrichtingen. In beide gevallen is de Gemeentesecretaris verantwoordelijk. Het lijkt Burgemeester en v/ethouders juister, dat de inning van le ges voor die stukken wordt opgedragen respectievelijk aan den (Hoofd)Inspecteur van Bolitie en aan den Inspecteur van Bouw en Woningtoezicht, die dan voor de inning, afdracht enz. ver antwoordelijk zijn. Ben daartoe strekkend besluit bieden Burge meester en Wethouders ter vaststelling aan. De "Voorzitter, Wethouder Gasilledeelt' mede, dat de f i- nancieele Commissie heeft opgemerkt, dat in de heffingsverorde ning niet de verplichting is opgenomen, dat op alle stukken ze gels, vermeldende de verschuldigde bedragen, moeten worden ge plakt. De Commissie adviseert een dergelijke bepaling in de ver ordening op te nemen. Burgemeester en Wethouders, die zich hiermede kunnen vereenigen, stellen voor in artikel 4 de vol gende bepaling op te nemen: "De heffing en inning van de in de ze verordening bedoelde leges en rechten geschieden door het plakken van zegels tot het totaal bedrag der verschuldigde le ges of rechten op de betrekkelijke stukken." Voorgesteld wordt een soortgelijke bepaling op te nemen in het ontwerp—besluit tot wijziging van het raadsbesluit van 27 Mei 1952 betreffende afwij king van het bepaalde in art.120 der Gemeentewet. Beide aan vullingen worden door den Voorzitter voorgelezen en hebben de instemming der vergadering. De nieuwe leges-verordening en het vorengenoemd besluit worden hierna, aldus aangevuld, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld 75 GASVOQR ZIEN ING (1e af d .no 6024 Vaststelling van een besluit tot wijziging van het raads besluit dd. 10 Maart 1941, betreffende overeenkomst tusschen Baarn en Soest inzake wederkeerige gaslevering. Bedoelde wijziging, welke art.8, laatste lid va.n het ge meenschappelijke besluit der Raden van de gemeenten Baarn en Soest van 27 februari 1941 en 10 Maart 1941 betreft, wordt voorgesteld ten verzoeke van Gedeputeerde staten. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt bedoeld besluit vastgesteld. 76. GEMEENTE-GEBOUWEN (1e afd.no.4008 en 4e afd.no.21/747) Crediet-aanvrage voor noodzakelijke herstellingen van de door de politie in gebruik genomen vertrekken in het Gemeente huis, en voor aanschaffing van 17 stalen kasten voor opberging der kleeding van de agenten. De kosten van bedoelde herstellingen worden begroot op ƒ.485,°f ïond 500, terwijl voor de aanschaffing van bedoel de kasten een crediet van maximaal j .250,= voldoende wordt ge acht. In verband hiermede verzoeken Burgemeester en wethouders den Raad een crediet van in totaal >.750,= toe -te staan door vaststelling van het aangeboden besluit tot begrootingswijziging, dienst 1941 De heer Beekman vraagt of Burgemeester en Wethouders al iets

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1941 | | pagina 128