10 Maait 1941 28.
looze beschikbaarstelling van grond voor den verbouw van aard
appelen, zoo spoedig mogelijk bericht omtrent de genomen beslis
sing wordt gezonden.. Zij, die niet voor dezen grond in aanmer
king komen, kunnen alsdan zelf de noodige maatregelen nemen.
De heer Hornsveld wijst op de slechte afwatering van de
Vredehof straatwaaromtrent door den heer Docen eenigen tijd
geleden aan den Baad geadresseerd is. Wordt hieraan de noodige
aandacht besteed, vraagt Spreker. De toestand voor de bewoners
langs deze straat wordt onhoudbaar.
De Voorzitter deelt mede, dat dit geen zaak is voor de
gemeente en dat belanghebbenden zich tot den Bijkswaterstaat
moeten wenden.
De heer Hornsveld zegt nog dat zelfs de tegels van het
wandelpad in het water drijven.
De heer van de Ven verzoekt daarom ook verbetering van de
wande lplaatsen.
De Voorzitter zegt toe dat van gemeentewege opnieuw bij
den Bijkswaterstaat zal worden aangedrongen op verbetering van
dezen toestand.
De heer Hornsveld merkt vervolgens op dat met de verbete
ring van den Noorderweg nog geen aanvang is gemaakt ondanks de
in de vorige vergadering door den Wethouder gedane toezegging.
Spreker verzoekt hiermede spoed te betrachten.
De heer Dwars, die in de plaatselijke bladen een adverten
tie heeft gezien, waarin de gemeente prijsopgaaf vraagt voor de
levering van pootaardappelen, dringt er op aan dat deze toch
niet worden bestemd voor den eigen bouw.
De Voorzitter zegt dat zulks niet de bedoeling is.
De heer Dwars vraagt vervolgens of het niet wenschelijk is
het gemeentelijk f ondsenbezithetwelk thans in bewaring is ge
geven bij de Nederlandsche Bank, bij de plaatselijke banken in
bewaring te geven, die daarvoor een geringer bedrag vragen.
De Voorzitter is van oordeel, dat het op 't oogenblik in
dezen onzekeren tijd verstandiger is de fondsen bij de Nederland
sche Bank te laten, waardoor men dan ook beter tegenover het
Bijk verantwoord is.
De heer van den Berg deelt mede, dat het wandelpad langs
de Bademakerstraat tengevolge van de kabellegging is opgebro
ken geweest en thans in slechten toestand verkeert. De sleuven
dienen ten spoedigste dicht gemaakt te worden.
De Voorzitter zegt toe dat hieraan de noodige aandacht
zal worden besteed.
De heer Nooder zegt dat de bewoner van het perceel Heeser
laantje Ja steeds zeer veel last ondervindt van hemelwater,
afkomstig van den weg. Betrokkene heeft zich destijds tot Ge
meentewerken en tot Burgemeester en Wethouders gewend, die hem
hebben medegedeeld, dat hijzelf de noodige maatregelen moest
treffen. Spreker vindt dit antwoord onjuist, daar de gemeente
moet zorgen voor een behoorlijken waterafvoer ter plaatse. Spre
ker heeft belanghebbende dan ook in overweging gegeven zich
tot den Baad te wenden, indien alsnog geen spoedige verbete
ring wordt aangebracht.
De Voorzitter is van oordeel, dat de schuld niet bij de
gemeenxe ligt. Vocrzoover Spreker momenteel bekend is, ligt de
fout niet in de afwatering, doch in het feit, dat de kelder
lek is. Voor een fout, welke bij den bouw is gemaakt, is de ge
meente