10 Maart 1941 29.
meente toch niet verantwoordelijk.
De heer Nooder wijst er op dat in deze gemeente de kel
ders als regel licht worden gebouwddaar men in 't algemeen
geen rekening behoeft te houden met grondwater. In het hier-
bedoelde geval kan het water blijkbaar tengevolge van een oer-
bank niet wegvloeien, zoodat er naar Sprekers meening alles
zins aanleiding is om van gemeentewege in te grijpen.
De Voorzitter betoogt nogmaals dat de gemeente geen
schuld treft. Burgemeester en ethouders hebben betrokkene
geadviseerd om eenige putten te maken. De hierbedoelde toestand
is niet het gevolg van den wegaanleg.
De heer van de Ven beklaagt zich over de niet vlugge af
werking van de trottoirs langs de .burgemeester Grothestraat
en de Van WeedestraatSpreker vraagt of geen afdoende maatre
gelen getroffen kunnen worden voor een spoedige en definitie
ve afwerking der trottoirs. Voorts verzoekt Spreker nogmaals
in onderhandeling te treden met hen, die tot heden niet tot
grondafstand bereid waren.
De Voorzitter zegt dat de werken zoo spoedig mogelijk
worden uitgevoerd nadat de betrokkenen de verklaring tót
grondafstand hebben geteei-cend. Men moet niet uit het oog ver
liezen dat men de menschen niet tot grondafstand kan dwingen,
terwijl het ook niet zoo gemakkelijk is om tot onteigening van
den grond te komen.
De heer Hom vraagt of inmiddels een request van de orga
nisaties is ingekomen omtrent verbetering van de loonen der
losse arbeiders.
De Voorzitter zegt dat dit zeer onlangs is ingekomen.
De heer Hom dringt op een spoedige behandeling dezer
aangelegenheid aan. Voorts vraagt Spreker hoe het staat met
de voorgenomen uitbreiding van het politiecorps. Haar Spre
kers meening dient vooral aandacht te worden besteed aan de
aanstelling van jonge krachten, aangezien onlangs iemand is
aangesteld boven de 50 jaar, hetgeen wel als een bezwaar aan
gemerkt kan worden. Spreker dringt er vervolgens nog op aan,
dat bij gelijke krachten ook het katholieke principe wordt er
kend door meer katholieke agenten te benoemen, die thans zeer
slecht in het corps zijn vertegenwoordigd.
De Voorzitter zegt dat hij hierop in besloten zitting zal
antwoorden.
De heer van den Brandeler bespreekt nog de wenschelijkheid
dat de mantels en couponbladen van de aan de gemeente toebehoo-
rende obligaties en effecten gescheiden van elkander worden
bewaard.
De Voorzitter zegt dat bij de Nederlandsche Bank zulks
niet mogelijk is. Bij de plaatselijke bankiers kan zulks natuur
lijk wel geschieden door de mantels aan de eene bank in bewa
ring te geven en de couponbladen aan de andere bank. Het komt
er echter niet op aan dat de mantels en couponbladen bij de
Nederlandsche Bank niet zijn gescheiden, aangezien de admini
stratie zoodanig gevoerd wordt, dat zich geen moeilijkheden
kunnen voordoen.
Wethouder Hilhorst zegt dat de kwestie Vlug, waarover
de heer de Haan sprak, zijn volle aandacht heeft. Opgemerkt
moet worden, dat het hier toch eigenlijk ook een particuliere
zaak