21 Maait 1941 35.
De Voorzitter, die hierop een bevestigend antwoord geeft,
zegt dat de keuken beneden is» doch dat deze onmiddellijk bij
de trap aansluit,
De heer Dwars wijst er op dat de bovenbewoner normalitei-
gean recht heeft op den achtertuin, wanneer hem den achtertuin
wordt gegeven, kan hem ook de verplichting worden opgelegd om
den voortuin te onderhouden.
De Voorzitter zegt dat de achtertuin ook gedeeltelijk
siertuin is.
Het voorstel van Burgemeester en wethouders wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming aangenomen en het desbetreffend
besluit tot begrootingswijziging vastgesteld, met aanteekening
van den heer Nooder, dat hij geacht wil worden te hebben tegen
gestemd
PERSONEEL (4e afd.no1150)
Voorstel tot aanvulling van de besluiten dd. 24 Bebruari
1941, no.606a en 606b inzake toekenning tijdelijke toelage van
aan het gemeentepersoneel
In de raadsvergadering van 24 Bebruari 1941 werd beslo
ten aan de gehuwde ambtenaren en werklieden der ger® ente met
ingang van 1 December 1940 een tijdelijke toelage te verleenan
van 6$ van de bruto-wedde, voorzoover die wedde, vermeerderd
met de tijdelijke toelage, een bedrag van ƒ.1900, 's jaars
niet overschrijdt. Bij circulaire van 6 Maart 1941 heeft de Se
cretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Za
ken in overweging gegeven in overeenkomstigen zin te handelen
ten aanzien van de in gezinsverband levende eenige kostwin
ners en van wachtgelders, haar aanleiding hiervan stellen
Burgemeester en Wethouders voor do besluiten van 24 Bebruari
1941 nos.606a en 606b aan te vullen in dien zin, dat het daar
in bepaalde ook toepassing vindt op in ga zinsverband levende
eenige kostwinners en op wachtgelders,
De heer Hom zegt in de dagbladen te hebben gelezen, dat
ook het tijdelijk personeel bij den Luchtbeschermingsdienst in
aanmerking komt voor den tijcleliiken toeslag van 6°/o, waarom
wordt dit nu niet gelijktijdig geregeld, vraagt Spreker.
De Voorzitter deelt mede, dat de betaling der loonen
van het personeel van den Luchtbeschermingsdienst door het
Rijk geschiedt en buiten den Raad om.
De heer Dwars, uitdrukkelijk vooropstellende niet tegen
toekenning der voorgestelde verhooging te zijn aan deze cate-
goriën, wijst er op, dat de heer van de Ven onlangs het voor
stel deed om de wachtgelders ook in aanmerking te doen koipen
voor deze verhooging, doch dat dit toen door Burgemeester en
Wethouders werd afgezwaaid, omdat zulks niet mogelijk was.
Thans komt wel een dergelijk voorstel van Burgemeester en Wet
houders, nu zulks door hoogere instanties in overweging is
gegeven. Spreker meent dat de Raad zelfstandig dient te oor-
deelen wat nooaig is, en dat het gewenscht is dat uit den
boezem van den Raad de noodig geachte voorstellen komen.
De Voorzitter meent dat dit niet altijd de juiste hou
ding zou zijn. Als de Raad zou besluiten om verder te gaan
dan volgens de voorschriften toegelaten is. zou zulks zeker
niet goedgekeurd worden.
De heer Dwars blijft van oordeel, dat dergelijke dingen
van den Raad zelf dienen uit te gaan. In voorkomende geval
len