2 Mei 1941
hoofdelijke stemming vastgesteld, .nadat de heer Beekman
heeft gevraagd of dit besluit gebaseerd is op de Rijksrege
ling, waarop de Voorzitter een bevestigend antwoord heeft
gegeven.
PERSONEEL. MAATSCHAPPBLDE HULPBETOON (4e afd.no.1653)
Voorstel tot het verleenen var? eervol ontslag aan
den heer P.W.Blaas als Secretaris-Penningmeester van
Maatschappelijk Hulpbetoon en tot benoeming van den heer
H.J.van Hal tot tijdelijk Secretaris-Penningmeester dier
instelling.
Door den heer Blaas is verzocht hem in verband met
zijn voorgenomen vertrek uit deze gemeente ontslag te ver
leenen als Secretaris-Penningmeester van Maatschappelijk
Hulpbetoon en als Directeur van de gemeentelijke arbeids
beurs. In verband met het bepaalde in art,19 van het Re
glement van genoemde instelling en in arte 14 van de Ar-
beidsbemiddelingswet 1930 stellen Burgemeester en Wet
houders voor het gevraagde ontslag met ingang van een na
der door hun College te bepalen datum aervcl te verlee
nen. Na overleg met het Bestuur van Maatschappelijk Hulp
betoon stellen Burgemeester en wethouders voor ter voor
ziening in de ontstane vacature van öecretaris-Penning-
meester den heer R-. J.van Hal, thans reeds als administra
tief ambtenaar bij Maatschappelijk Hulpbetoon werkzaam,
tijdelijk te benoemen als Secretaris-Penningmeesteren
diens belooning gelijk te stellen met die van een adjunct
commies ter secretarie (ƒ.1050.- ƒ.2580,-, met 10 jaar-
lijksche verhoogingen van 135..'") dien verstande,
dat de jaarwedde wordt bepaald op .1449,= aanvangswed-
devermeerderd met 5 periodieke verhoogingen). Een de
finitieve voorziening kan t.z.t. plaats vinden, indien
de van hoogerhand in uitvoering zijnde maatregelen met
betrekking tot de arbeidsbemiddeling enz- hun beslag
hebben gekregen» In de vacature van Directeur der Ar
beidsbeurs behoeft niet te worden voorzien, daar de ar
beidsbemiddeling rechtstreeks door het Rijk zal worden
verzorgd.
De heer Nooder vraagt waarheen de heer Blaas gaat.
Toen destijds personeelsuitbreiding aan deze afdeeling
aan de orde kwam, drong Spreker er op aan een ambtenaar
te benoemen, die berekend zou zijn voor zijn taak en die
met tact zou kunnen optreden. Spreker vraagt waarom
thans geen oproeping is geplaatst Het gaat niet tegen
den voorgedragenedoch Spreker acht het in het alge
meen belang beter een oproep te doen» De hoofdzaak is
dat er iemand wordt benoemd, die volkomen met de maat
schappelijke toestanden op dè hoogte is»
De heer Hom zegt zich zeer goed te kunnen vereeni
gen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De
heer van Hal, die een voorkomend persoon is, is buiten
gewoon geschikt voor de vervulling dezer functie. Het
is onnoodig om een oproeping van sollicitanten te doen,
daar de heer van Hal reeds langen tijd met deze werkzaam
heden is belast geweest en met all^s volkomen op de
hoogte is.
De heer van den Berg is het volkomen met het in
zicht