13 Juni 1946 8. twee gevoelens op. Zen gevoelen van blijdschap, omdat men in, den Haag wist te waardeeren, en dit de beloonin^ was voer hè-t werk dat U hier in Soest hebt verricht. Een gevoelen van groote teleurstelling, omdat U door Uw benoeming Soest gaat verlaten. Wij in Soest zijn geen gemaklkelijke gemeente. Wij zijn zoo dankbaar, wanneer wij een man zien, die zoo volledig op zijn plaats is. Het was moeilijk voor U twee heeren te dienen in den Duitschen tijd» Doch gij wild et zoo lang mogelijk Uw krachten geven aan Soest» Ik heb U bewonderd hoe gij in dien tijd altijd het welzijn van Soest hebt behouden, en ook hoe gij de Duitschers wist tevreden te stellen, eigenlijk met niets. Wij hebben U bewonderd en wij danken U voor alles wat gij voor Soest hebt gedaan. Dat God U zegene en sterke, opdat gij een rijken zegen moogt zijn voor Apeldoorn. De heer de Haan,» Als jongste lid van den Raad zou ik ook een paar woorden willen zeggen. Het is vooral ook namens de arbei ders. Zij vormden een vergeten hoofdstuk vroeger. De toestanden van de arbeiders waren eigenlijk hopeloos. Gebrek en. ellende wa ren vaste gezellen van de kleine menschen. Dit was dan ook de reden, dat de menschen in het harnas raakten wat dan ook funes te gevolgen heeft gehad. Met Mr.Visser kwam er eenige hoop, dat de lijn omgebogen zou worden, maar door den korten duur van zijn beleid is er niet veel van terecht gekomen. U hebt kans gezien, de vertegen woordigers uit de arbeiderskringen te overtuigen, dat Uw socia le inzichten sterk verschilden van die van Uw voorgangers. Ik kan U verzekeren, dat die andere geest waardoor Uw beleid was gekenmerkt, weerklank heeft gevonden bij de arbeiders. De kleine man voelde dat U een vriend was, die kon luisteren met het hart en handelen uit het hart. Dat het U gegeven moge zijn in Apeldoorn vruchtbaar werk te doen. Mevr.Bungener-Odinoti Hoewel het maar een kort oogenblik ge weest is, dat ik U heb mee mogen maken in den Raad, moet het mij ook van het hart, dat U steeds terzijde en terwille van de be langen van de arbeidersklasse was. Het spijt ons ook dat U van ons weggaat. De heer v.d.Ven; Ik zou willen beginnen met een vergelijking te maken van de vroegere jaren en de jaren onder Uw leiding. Er is wel eens gezegd j "De burgemeester is te zwak. Hij moet meer haar op zijn tanden hebben enz. U was geen man van de vuist op ta fel. Het is U gegeven op een andere wijze tot uiting te brengen hoe een en ander tot stand is te brengen. Verder is het jammer, dat U zoo spoedig van ons vandaan gaat. Wij zitten hier als noodgemeenteraadMen zit hier n.1. voor de begrooting. De begrooting, waarin U Uw heele ziel hebt gelegd. Het zal voor Uw opvolger heel moeilijk zijn. Er zullen verschillende leden zijn, die voor het eerst zoo'n begrooting voor zich krijgen. Br zijn natuurlijk krachten, die leiding kun nen geven bij de behandeling. Uw leiding missen wij echter. Ook de ouderen zullen hun krachten geven. Als er iemand een persoonlijk onderhoud vroeg, was hij al tijd welkom. U stond altijd met advies of oplossing terzijde. In dit verband wil ik even memoreeren hetgeen U gedaan hebt om een gezin in het maatschappelijk leven terug te brengen. Daar voor betuig ik U nog mijn welgemeenden dank» Natuurlijk was het verschillende keeren niet mogelijk dat iedereen bevredigd werd. Een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1945 | | pagina 142