Spreker stelt voor dit punt ain te houden, opdat het school- bestuur kan nagaan, "of he-t mogelijk is, alsnog een bijdrage vol gens art. 101 te verkrijgen. V/etxxOUöer de Haan zegt, dat de kostenverdeeling heel wat voeten in de aarde heeft gehad. Jr is voor het schoolbestuur nel reden oen beetje voorzichtig op te treden, want reeds de thans voorgestelde kostenverdeeling heeft bij Gedeputeerde .Staten wel eenige bevreemding gewekt en wanneer er te veel in geroerd wordt, is de mogelijkheid nier uitgesloten, dat Gedeputeerde .Sta ten op hun standpunt terugkomen. De Inspecteur heeft gezegd, dat de kosten in geen geval op grond van art.101 vergoed mogen worden. De schooi is gebouwd voor net in werking treden van de La ger Onderwijswet 1920. foen hebben de reeds bestaande scnolen kunnen kiezen tusschan een jaarl^ksche bijdrage voor onderhoud of wel een bedrag in eens, waarmede deze bijdrage weid afgekocht. Het schoolbestuur heeft het laatste gekozen en dus de geheele uitkeering in «én keer gekregen. Nu vinden Burgemeester en bet- houders het wel vreemd, dat het schoolbestuur in het geheel niet meer over gelden beecnikt. Betaling volgens art. 101 zou c.e gemeente voor vreemde conse quenties kunnen stellen, hr is een andere mogelijkheid voor het schoolbestuur om het vernieuwen der vloeren te doen plaats heb ben, bij voorbeeld net sluiten van een leening. Kente en aflos sing daarvan zouden uit de inkomsten van het schoolbestuur be streden kunnen worden en uit het voordeel der lagere ontieruouas- kosten, ais van de vernieuwing der vloeien het gevolg zullen zijn Le inspecteur heeft ce zaak zeer ruim bekeken en gezegd, da' de vloeren 40 jaar hebben gelagen oi de helft van een tijd dat zij hadden kunnen liggen. Be heer Hom is van overtuiging dat ce vloeren zeker geen twee maal 45 jaren zouden kunnen liegen, iaën kan twisten over de vraag of er indertijd een constructiefout gemaakt is, maar de moeilijkheid blijft dat ar geen geld is. Op het schoolbestuur is geen enkele aanmerking te maken, want het heeft niets gedaan in strijd met ce wat. Be heer Noodei wijst er op, dat er volgens het advies van openbare werken geen constructiefout is geweest in verband met de destijds geldende voorschriften en vraagt of er geen deskundi ge commissie kan worden benoemd om uit te maken of hier werkelijk constructiefouten zijn of dat het euvel door den tijd is ontstaan. Mevrouw Bolet-MusIer vindt het een gebrek dat er geen onder wijscommissie is, deze zou de zaak hebben kunnen bekijken. Sij vraagt, of Git geen gereede aanleidin0 kan zijn, het instellen van een commissie voor onderwijszaken onder het oo:> te zien. Be Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en wethouders in verband met deze zelfde zaak die vraag reeds onder het oob neb ben gezien en voornemens zijn het instellen van een onderwijs com missie aan den Baad voor te stellen. Wethouder de Haan zegt, dat noch door hem, noen door eeni gen ambtenaar gezegd is, dat het schoolbestuur in gebreke zou' zijn. Inderdaad waren de bouwvoorschriften vroeger minder scherp, dan tegenwoordig. In antwoord aan den heer Nood er deelt spreker mede, dat- openbare werken een rapport heeft opgemaakt en dat het schoolbe stuur een aantal 'b ;zwaren heeft ingebracht. Be zaak is daarop be keken door den inspecteur van het bouwkundig schooltoezichtoen e enigen man fiie. iiier do eindbeslissing heeft. Deze inspecteur heeiü

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1945 | | pagina 186